Categorie archief: Reizen

De Samariakloof – deel 2: mijn pelgrimstocht

De Samariakloof dus.

Nog voor we de reis boekten, had ik me al voorgenomen deze wandeling te maken. Mijn stevige stapschoenen stonden als eerste te trappelen toen de valiezen werden gepakt. En zoals altijd ging er ook een boek mee op reis: “Camino” van Graeme Simsion en Anne Buist. Een boek dat ik niet zelf had gekozen, maar dat ik zou lezen voor de samenkomst van mijn leesclubje eind juni.

En zie: toeval bestaat niet! “Camino” beschrijft de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela die twee mensen maken nadat ze een moeilijke periode achter de rug hebben, ze gaan op zoek naar een nieuwe (of net oude?) versie van zichzelf en ze willen alles eens op een rijtje zetten, onnodige ballast loslaten …

Wellicht was dat wat ik ook zocht, na de zes zware laatste maanden van mijn zieke vader en zijn overlijden in april, na een echtscheiding in de familiekring, het hervonden evenwicht na Ronny zijn gezondheidsproblemen met verhuis en aangepaste levensstijl als gevolg, het nu “officieel” in pensioen zijn …

Op pinkstermaandag 6 juni werd ik om 8 uur opgehaald aan het hotel. Tot mijn verbazing stonden ook drie kranige tachtigers (2 dames en 1 heer) samen met mij op de bus te wachten en ik dacht al: als zij het kunnen, is dat voor mij zeker geen probleem. Wishful thinking, zo bleek achteraf, want de drie moesten al na 10 minuten rechtsomkeer maken …

De rest van het gezelschap waren twintigers en dertigers, allemaal Franse toeristen. De gids was Christophe, een Griek die vloeiend Frans en Engels sprak – een vat vol wijsheid, een wereldburger die over alles kon meepraten.

Eigenlijk waren we te laat vertrokken, zei Christophe, want het zou tegen 11 uur aanlopen voor we de kloof in zouden stappen, op het heetste van de dag dus. En de temperatuur zou tot 34 graden Celsius oplopen.

In Osmalos hielden we nog even halt voor een sanitaire stop en daar kocht ik nog enkele bananen voor onderweg, als aanvulling voor de energierepen in mijn rugzak.

De afdaling verliep vlot, al kon ik niet echt van de prachtige natuur genieten omdat ik constant moest kijken waar ik op en tussen de keien en rotsen mijn voeten moest plaatsen, ik had schrik voor kwetsuren. Dan maar af en toe halt gehouden om een foto te nemen. Ik liep mee met de eersten van onze groep van 25, zodat ik als eerste bij de bronnen-rustplaatsen aankwam en met de eersten terug verder trok.

Halverwege bereikten we het verlaten dorp Samaria. En daar begon het fout te lopen voor mij. Ik werd overmand door een plotse vermoeidheid en maakte de fout op een bank te gaan zitten en mijn hoofd even te rusten te leggen op tafel. Ik werd wakker toen er een mooie vogel naast mij kwam zitten en nam een foto (één van de laatste die dag). Toen werd ik geroepen door de gids: we moesten voortmaken, zoniet zouden we de boot missen. Pas toen realiseerde ik me dat de groep al lang vertrokken moest zijn … Ik bleef als laatste achter met de gids, die met een stevige pas over de rotsen leek te zweven: stijgen, dalen, over de rivier (via houten vlonders of van de ene kei op de andere springend), terug stijgen, dalen, over de rivier … enz.

Soms liep Christophe een honderdtal meter voor mij en bleef hij staan roepen: “pas par là Linda! Vas-y à gauche!” Tja, ik kon niet altijd zien waar het “pad” lag dat hij had gevolgd, ik viel soms in het water (heerlijk fris!), gleed uit over de rotsen. De moeite liet zich goed voelen, maar we schoten op, want de plaatjes met aanduiding van het aantal kilometer die we nog te gaan hadden, volgenden elkaar (naar mijn gevoel) redelijk snel op.

Tot het bordje met de allerlaatste kilometer … Ineens zag ik rechts parasolletjes met strooien dakjes staan, mijn hart maakte een sprongetje! Maar neen, het waren rotsen. Dan zag ik links een houten chalet met reclamepanelen. Ook dit bleek een rotsformatie te zijn. Ik zag mensen samen staan, dacht dat ik de groep had ingehaald … Allemaal fata morgana.

Ik had niet meer de moed mijn rugzak af te nemen om mijn gsm te nemen voor foto’s of om eten of drinken te nemen. Aan de “ijzeren poort” nam Christophe foto’s van mij, maar die zal ik wellicht nooit te zien krijgen. Misschien maar goed ook!

En eindelijk, eindelijk bereikten we het einde van de kloof, een fantastisch gevoel! Tot Christophe zei dat ik de laatste 700 meter moest proberen te lopen, want dat we de boot gingen missen. Ik herinner me dat ik hem nog vroeg of de geiten in de weide links kri-kri-geiten waren (natuurlijk niet). Daarna is het licht uitgegaan bij mij.

Het volgende wat ik me herinner, is dat twee Griekse mannen me in een witte plastieken tuinstoel hesen en ik niet goed op mijn benen kon blijven staan. Blijkbaar was de boot al vertrokken toen we de steiger bereikten, maar had hij rechtsomkeer gemaakt. Zelf was ik nog compleet in de war want ik dacht dat ik op de verkeerde boot zat (ik herkende niemand). Ik zat op een stoel tussen jeeps, auto’s en camionettes. Er werd me eten aangeboden (slaatje met bonen) want iedereen zei dat ik te weinig had gegeten, ik kreeg een zak ijs in mijn nek en er werd meteen geregeld dat ik met een Griek in zijn jeep kon meerijden tot aan onze bus.

Eenmaal op de bus overviel me het gelukzalige gevoel dat ik het had gehaald. Tijdens de stukken die ik helemaal alleen had afgelegd in de kloof, had ik het gevoel dat alle schuldgevoelens waar ik tot dan toe mee worstelde, van me waren afgleden. Ik was fysiek en mentaal helemaal leeg. Het voelde als een nieuwe start.

Ik dacht dat ik geen enkel fysiek letsel had, tot ik in het hotel terugkwam. Daar stelde ik vast dat de nagels van mijn grote tenen er niet zo goed uitzagen, dat mijn knieën geschaafd waren. Kleine ongemakken die vanzelf herstellen dus.

Nog nooit in mijn leven ben ik zo diep gegaan, heb ik me zo leeg gevoeld. Maar tegelijk stroomde ik vol levenslust en energie om er weer tegenaan te gaan.

Merci Samaria!

De Samariakloof – deel 1: de feiten

Drie jaar geleden was ik voor het eerst op vakantie in Kreta en ik verloor daar op slag mijn hart. De combinatie van zee en bergen, de wondermooie natuur, de vriendelijke Kretenzers, het mediterrane klimaat … het maakte allemaal veel indruk op mij. Logisch dat ik naar dit mooie eiland zou terugkeren!

Begin juni was het zover. Vorige keer hadden we heel veel excursies gemaakt en een groot deel van het eiland gezien. Dit jaar stond er maar één uitstap op mijn bucketlist: de Samariakloof.

Er waren vrienden die het mij afraadden of die aandrongen dat ik er toch nog eens goed zou over nadenken (mede gezien mijn leeftijd). Een vriendin zei zelfs dat ze niet begreep dat ik ernaar kon uitkijken om te gaan “afzien”. Maar mijn besluit stond vast, ook al was er niemand van ons gezelschap die me zou vergezellen, ik voelde een onbeschrijflijke innerlijke drang om de tocht te ondernemen. Ook al wist ik dat het lastig zou worden.

Geschiedenis

Tot 25 miljoen jaar geleden lag Kreta onder de zeespiegel in de restanten van de Tethyszee tussen Europa en Afrika. Omdat Afrika richting Europa schoof was het Middellandse Zeegebied onderhevig aan heftige tektonische activiteit, waardoor er eilanden ontstonden. Door de tektonische krachten werd het noordelijke deel van Kreta omhooggestuwd waardoor het hoogteverschil met de zee veel groter werd en de valleien erodeerden tot kloven. Tijdens de ijstijden werd dit proces van kloofvorming nog versneld. Eén van deze kloven werd de Samariakloof, een van de langste en de smalste in Europa.

In 1962 is het gebied van de Samariakloof uitgeroepen tot nationaal park: het National Park Madares wat de Witte Bergen betekent (Lefka Ori in het Grieks) en wat ook wel het Samaria National Park wordt genoemd. Middenin de kloof ligt het dorpje Samaria, dat sinds 1965 niet meer wordt bewoond. De kloof is gekenmerkt door een bijzondere plantengroei en er leven hier zeldzame dieren, onder andere de bedreigde Kri-Kri-geit (of Kretenzische Agrimi geit) die nergens elders ter wereld voorkomt. Omdat hier geen mensen leven, vind je hier ecosystemen die zonder onderbreking kunnen evolueren. 

Toerisme

In de zomermaanden is de kloof open en wordt ze dagelijks door duizenden toeristen bezocht. Die lopen dan letterlijk in de bedding waar in de wintermaanden de (naamloze) rivier stroomt. In de winter is de kloof dan ook niet toegankelijk. Tijdens de zomer wordt ze enkel afgesloten bij bijzondere weersomstandigheden (temperaturen van meer dan 35 graden Celsius bijvoorbeeld).

De tocht

De ingang van de kloof is op de Osmaloshoogvlakte, op ongeveer 1250 meter hoogte. Eerst moet men ongeveer 1200 meter afdalen om te beginnen aan de prachtige wandeling van 16 kilometer. In de eerste drie kilometer van de wandeltocht is in de rotsen een pad gehakt dat vrij steil naar beneden loopt. Het pad heeft vele houten treden en houten balustrades en heet daarom “Houten Trap” (in het Grieks: Xyloskala).

de toegang tot de Samariakloof

In de kloof staan hier en daar enkele kleine Byzantijnse kapelletjes, onder andere gewijd aan de heilige Nicolaas en aan Jezus Christus. Deze kapelletjes bevinden zich meestal in de buurt van een waterbron. Er zijn in totaal negen constant stromende waterbekkens in de kloof, en rondom deze bronnen zijn rustplaatsen gebouwd, die op hun beurt vaak de naam van de kapel of nederzetting dragen.

Het is aangeraden de tocht in groep te maken, begeleid door een gids. In de kloof staan op regelmatige intervallen (meestal bij de bronnen) medewerkers die een oogje in het zeil houden. Ze geven raad en hebben pleisters, medicatie en dergelijke bij voor wie het nodig heeft. Wie wil opgeven en niet op eigen kracht kan terugkeren, kan een beroep doen op een ezeltje met begeleider, maar dit is absoluut niet gratis.

Bij de “IJzeren poort” is de Samariakloof op haar smalst, amper vier meter breed met rotswanden van gemiddeld 500 meter hoog.

de IJzeren Poort

De tocht wordt doorgaans in vier tot zes uur afgelegd en eindigt in het kustplaatsje Agia Roumeli dat enkel te voet (door de kloof) of via het water bereikbaar is, niet via de weg. Er varen van hieruit boten naar Chora Sfakion en naar Paleochora.

Het is ook mogelijk met de boot naar Agia Roumeli te varen en van daaruit de Samariakloof in te lopen en zo dan op het eind het steile pad op te lopen naar de ingang van de kloof op het Osmalosplateau. Misschien is dit laatste beter geschikt voor geoefende klimmers of dwarsliggers, want de gidsen starten doorgaans bovenop de berg en dalen zo af naar de zee.

In Agia Roumeli aangekomen, is er de mogelijkheid om te zwemmen in de (Libische) zee of te verpozen op één van de terrasjes en te genieten van een welverdiende versnapering of verfrissing. Maar verlies de tijd niet uit het oog en mis de laatste boot niet!

Logeertip in Pays des Collines : ’t Contrast

Net over de taalgrens ten westen van Ronse, recht tegenover de kerk in het dorpje Russeignies (Henegouwen) baten Nadine en Jan B&B ‘t Contrast uit.

Aanvankelijk was het hun bedoeling de ruime dorpswoning te verbouwen tot een buitenverblijf, maar het viel allemaal een beetje anders uit.  Nadine en Jan namen hier in augustus 2015 definitief hun intrek. Het pand was bovendien groot genoeg om naast een privé leefruimte, ook vier gastenkamers met zithoek, keuken en ontbijthoek te voorzien.

tContrast1

En daar bovenop nog eens een grote zaal die naar gelang de vraag en de omstandigheden wordt gebruikt als vergaderzaal of atelier. Het is in deze ruime hobbykamer dat Nadine ook haar workshops geeft: juwelen rijgen, werken met klei en/of zilverklei, keramiek. Ze maakt en verkoopt ook juwelen, geboortegeschenken, aquarellen, poppen in papier-maché, enz.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Dat Jan een handige harry is en dat Nadine artistieke talenten heeft, zoveel staat vast. Daarvan is hun B&B het sprekende bewijs.

B&B

De vier kamers zijn ingericht met oog voor detail. Elke kamer is verschillend van inrichting, van kleur, van sfeer. De materialen en de decoratie zijn met zorg gekozen, veel oude spullen kregen hier een nieuw leven. Bij de vele oude foto’s in prachtige kaders, bij sommige meubeltjes en zelfs bij de wastafel in de badkamer van de blauwe kamer bijvoorbeeld hoort een apart verhaal – soms omdat ze tweedehands zijn, soms omdat ze uit de huizen zijn gehaald waar Jan of Nadine als kind woonden of op bezoek kwamen.

Jan en Nadine gaven deze herinneringen uit vorige levens, foto’s van (over)grootouders, oudtantes en ooms, maar ook recent beeldmateriaal een plaatsje in hun B&B. Geen strakke muren of koude materialen, maar kussens, boekenkasten en kerkstoeltjes. Het voelt een beetje als thuiskomen in de gezelligheid van een ver verleden.

Elke kamer heeft een eigen badkamer, de grootste heeft zelfs een infraroodsauna.

De B&B kan ook gehuurd worden door groepen, die dan meteen ook gebruik mogen maken van de ingerichte keuken.

Ontbijt en andere voorzieningen

In ’t Contrast wordt je als gast hartelijk ontvangen. Al je wensen kunnen worden besproken en worden – zo mogelijk – ook ingewilligd. Hoe laat je wil ontbijten en of er daarbij speciale voorkeuren zijn? Wij kregen een koninklijk ontbijt voorgeschoteld met alles erop en eraan, alles stond klaar op het uur dat wij hadden voorgesteld, een hele tafel vol voor ons twee. Jan vroeg hoe we onze eitjes het liefst aten en ging er meteen mee aan de slag. Er werd niet gevraagd of er koffie of thee gewenst was, er stond zowel een koffiekan als een theepot op de ontbijttafel.

De hele dag door zijn frisdranken en verschillende biertjes te verkrijgen. Voor wie eventjes in de (voor de gasten aparte) tuin wil verpozen met een boek en een drankje, of in de knusse zithoek waar ook een televisie en een CD-speler vrij mogen worden gebruikt. Er is zelfs een kleine bibliotheek.

'ContrastZithoek2

Tijdens een verblijf in de gastenkamers kan eveneens een creatieve workshop worden geboekt voor een of meerdere (namid)dagen. Finse sauna en fietsverhuur zijn mogelijk op aanvraag. In de eetruimte staan mappen boordevol leaflets en brochures met evenementen en bezienswaardigheden in de buurt, kaarten voor fiets- en wandeltochten, enz.  Nadine en Jan adviseren je graag bij het plannen van je uitstappen en zoek je bijvoorbeeld een adres voor een gezellig etentje, dan krijg je niet enkel tips en advies, maar reserveren gastheer of gastvrouw met plezier een tafeltje voor jou.

Omgeving

tContrastOmgevingRusseignies ligt aan de voet van de Kluisberg, het Muziekbos ligt aan de andere kant van Ronse. De talrijke heuvels van de Vlaamse Ardennen en het Pays des Collines liggen op wandel- of fietsafstand.

Steden in de nabije omgeving zijn Ronse, Oudenaarde, Kortrijk, Doornik en Bergen.

Evenementen

Ter gelegenheid van de Ronde van Vlaanderen en andere voorjaarsklassiekers, de Fiertelommegang van Ronse, de Omloop van Kluisbergen en andere sportieve evenementen in de buurt, kunnen speciale arrangementen worden geboekt in ‘t Contrast. Het parcours van veel van deze koersen en ommegangen loopt immers door het centrum van Russeignies of in de omliggende straten en op die dagen moet je snel zijn om een kamer te kunnen boeken.

Info

Alle informatie over de B&B en over de workshops en extra foto’s kan je vinden op de website van ’t Contrast.

De Elzas, parel in het hart van Europa

la Route des Vins d’Alsace3

Hou je van cultuur, natuur, lekkere wijntjes en gastronomie in een aangename en gezellige sfeer? Dan zal jij je zeker thuis voelen in de Elzas, in het hartje van Europa. Een regio met een microklimaat dank zij haar ligging tussen de bergen van het Zwarte Woud en de Vogezen.

De Elzas is beroemd om haar Wijnroute en haar vele brouwerijen. Het is een regio van authentieke tradities, met een rijke gastronomie en typische architectuur.

la Route des Vins d’Alsace4

Route des Vins d’Alsace

De ‘Route des Vins d’Alsace’ werd officieel ingehuldigd als toeristische route in 1953. Van noord naar zuid kronkelt ze over een afstand van meer dan 170 km langs valleien en heuvels. Ze doorkruist bijna 70 wijndorpen waar een duizendtal wijnbouwers hun deuren en wijnkelders openstellen om hun passie voor wijn te delen met de bezoekers. Wijnpaden, gezellige winstubs en gastvrije kelders nodigen uit om kennis te maken met de wijnen van de Elzas.Wijnkelder1

De Elzasser wijnroute leidt niet enkel langsheen wijngaarden, je ontdekt onderweg ook ontelbare bezienswaardigheden zoals middeleeuwse kastelen, Romaanse kerken en steden met een schatkist aan erfgoed en cultuur, denk maar aan Straatsburg, Colmar en Kaysersberg.

Les DiVINes d’Alsace

Les Divines d'Alsace1In 2011 stichtten een 70-tal vrouwen die op de een of andere manier betrokken waren bij de  wijnindustrie in de Elzas, de vereniging ‘Les DiVINes d’Alsace’. Deze dames zijn  producenten, wijnbouwers, commercieel verantwoordelijken, wijnhandelaars of sommeliers. Hun doel is het bevorderen van oenotoerisme via allerlei evenementen en proeverijen. Ze verstevigen ook de band tussen de wijnbouwers zelf door het creëren van een netwerk van wederzijdse bijstand.

Deze vereniging geeft een vrouwelijke toets aan het wijngebeuren, maar het valt niet te onderschatten wat zij door hun samenwerking allemaal realiseren.

Gastronomie

Wie Elzas zegt, denkt choucroute. Vanaf midden augustus is de nieuwe oogst binnen en heeft elk restaurant wel zijn unieke bereiding van deze zware maaltijd. De zuurkool wordt opgediend met varkensvlees: worst, spek en ham. Uiteraard overgoten met een Elzasser wijn.

Een andere specialiteit is de Baeckeoffe. De bereiding van dit stoofpotje in stenen pot duurt twee tot drie dagen en wordt bereid met aardappelen, groenten, varkens-, schaaps- en rundsvlees.

Ook de Munsterkaas is typisch voor de Elzas: een zachte kaassoort die artisanaal wordt bereid en in vele variaties te verkrijgen is.

Een typisch nagerecht voor de Elzas is de Kougelhopf: een ronde, hoge cake met een groot gat in, met rozijnen en amandelen.

Lekkerbekken kunnen terecht in de vele gezellige restaurants of wijnkelders, maar het is ook mogelijk deel te nemen aan een picknick bij de onafhankelijke wijnbouwers langsheen de Route des Vins. De meeste wijnbouwers zorgen voor muzikale animatie, een verteller, een rondleiding in het dorp, een bezoek aan een opmerkelijke site of een wandeling langs een wijnpad.

Sportief in de Elzas

De liefhebbers van nieuwe technologie ontdekken de Route des Vins met geocaching en GPS.

Sportieve bezoekers kunnen fietsen langs de nieuwe ‘Véloroute du Vignoble’ tussen Marlenheim en Thann, die het hele jaar toegankelijk is. Het fietstoerisme biedt een unieke manier om de spectaculaire landschappen te ontdekken langs de Wijnroute. Onderweg kan men halt houden bij talloze culturele, toeristische en gastronomische sites.

Van maart tot eind oktober nodigen de schattenjachten de bezoeker, en vooral de gezinnen, uit om ‘schatten’ te zoeken in de gemeenten van de Elzas en langs de Wijnroute. Het is een ludieke manier om de streek te ontdekken, met behulp van een boekje en een spel, dat gratis beschikbaar is in de Offices de Tourisme.

GeocachingGeocaching situeert zich halfweg tussen een moderne schattenjacht en een oriëntatietocht. Het is een originele manier om ongewone plekjes te ontdekken, tijdens wandelingen in de wijngaarden. Voorzien van een GPS, trekt de ‘geocacher’ van etappe naar etappe, op zoek naar ‘caches’.

Praktische informatie

Wij reisden naar Straatsburg met de NMBS, die elke dag drie rechtstreekse verbindingen vanuit Brussel Zuid voorziet. Info op www.nmbs.eu.

Alle informatie over toerisme in de Elzas in het algemeen: www.tourisme-alsace.com

Les DiVINes d’Alsace: www.divinesdalsace.com

Lekker eten:

Le Tire-Bouchon te Straatsburg – www.letirebouchon.fr

Côté Cour te Colmar – http://www.cotecour-cotefour.fr

Logeren :

Hostellerie des Châteaux – www.hostellerie-chateaux.fr

Hotel Constantin – www.hotel-constantin.com

Campana dei Caduti – de vredesklok van Rovereto

Rovereto is een stad in de Italiaanse provincie Trente. Het centrum van de stad is gelegen in het dal van de Adige, de tweede langste rivier van Italië. De Adige is onbevaarbaar omwille van de vele stroomversnellingen en de grote schommelingen van de rivierstand, veroorzaakt door smeltwater dat vanuit de bergen in de rivier vloeit. De rivier ontwatert immers bijna de volledige provincie Zuid-Tirol.

Op de top van de Colle di Miravalle, hoog boven de stad, staat het Ossario di Castel Dante als herinneringsmonument van de Eerste Wereldoorlog. Hier vind je het graf van 21.000 Italiaanse en Oostenrijkse soldaten. Vroeger stond hier een kasteel, waar Dante na zijn verbanning uit Firenze zijn toevlucht nam (begin 14e eeuw), vandaar de naam.

campana_4

Niet ver daar vandaan bevindt zich een tweede oorlogsmonument, de Campana dei Caduti (letterlijk: klok van de gevallenen), Maria Dolens genoemd. Dit is de grootste klok ter wereld, die na de Grote Oorlog (op initiatief van Antonio Rossaro) werd gegoten met stukken brons van kanonnen die hiervoor waren geschonken door verschillende naties die aan de oorlog hadden deelgenomen. De Campana dei Caduti werd opgedragen aan alle gesneuvelden, niet enkel die van de Eerste Wereldoorlog, maar van alle oorlogen.

 

Op het terrein waar de vredesklok van Rovereto staat, is ook een museum gevestigd, dat een permanente fototentoonstelling herbergt over de geschiedenis van de Maria Dolens, van 1925 tot op heden.

Op de weg van het museum naar de klok staan de vlaggen van 85 landen (jawel, ook van België), waarbij zelfs die van Israel en Palestina naast elkaar staan.

Elke avond om 21.30 uur luidt de Campana dei Caduti honderd keer, 100 klokslagen voor de vrede, waar ook ter wereld.

campana_1Toen we op de avond van 4 september 2014 met de vrienden van In Flanders Fields (VIFF) deze ceremonie bijwoonden, was het al pikdonker. In het dal fonkelden de lichten van de stad Rovereto, maar hier boven was het donker en stil. En stipt om half tien kwam de klok in beweging …

Het deed me denken aan de Menenpoort, waar ook dag na dag, jaar in jaar uit, elke avond een ceremonie plaatsvindt ter ere van de slachtoffers van de Oorlog. Maar wat in Rovereto gebeurt, vond ik nog veel soberder en aangrijpender. Misschien komt dit omdat ik geen West-Vlaming ben, misschien had het vakantiegevoel er iets mee te maken, maar vooral het feit dat er geen militair vertoon was, enkel de klok die luidde …

Na de honderd klokslagen legden wij een bloemenkrans neer, ter ere van alle slachtoffers van alle oorlogen, van vroeger én nu. Ik dacht meteen aan de vlaggen van Israel en Palestina.

De bedenker van de Campana dei Caduti, aalmoezenier Antonio Rossaro uit Rovereto, wou dat deze klok voor altijd symbool zou staan voor de veroordeling van conflicten, de bevordering van de pacificatie en de solidariteit tussen alle naties onderling.

©  Fondazione Opera Campana dei Caduti

© Fondazione Opera Campana dei Caduti

Wij hopen dat het meer dan een symbool wordt en dat de oproep van de Maria Dolens tot in alle hoeken van de wereld weerklank vindt.

For whom the bell tolls.

Video van de Fondazione Opera Campana dei Caduti:

In: Slagveldreis met de Vrienden van In Flanders Fields museum – wordt vervolgd

 

Luxemburg in 48 uur

Het Groothertogdom Luxemburg heeft veel moois te bieden op gebied van natuur, cultuur, erfgoed en gastronomie. Van het noorden tot het zuiden varieert het landschap van hoogvlakten met steile glooiende valleien in de Ardennen, bezaaid met natuurparken, bizarre rotsformaties in de Mullerthal, tot pittoreske wijndorpjes in de Moezelvallei. Luxemburg is gewoon perfect voor wandelen, fietsen en outdoor activiteiten. De steden zijn stuk voor stuk juweeltjes, niet in het minst de hoofdstad.

Luxemburg

De stad Luxemburg is erkend als UNESCO-werelderfgoed. Haar 110 bruggen, haar prachtige panorama’s en het contrast tussen de bovenstad en de dieper gelegen oude stad geven Luxemburg een bijzonder karakter. De stad ligt in een ravijn en op de twee aansluitende flanken. Op de ene helling ligt de oude stad, op de andere de moderne.

corniche-vieille-ville

De oude stad

In 1994 zijn het oude centrum de stadswallen en de opgravingen in de ‘Lucilinburhuc’ op de Bockrots, opgenomen op de Werelderfgoedlijst. Over de oude muren loopt de Chemin de Corniche, die een prachtig uitzicht over de stad biedt.

Kazematten2Ook de kazematten, de Casemates du Bock, staan op die lijst. De eerste onderaardse gangen kwamen er in 1644 tijdens de Spaanse overheersing. Oorspronkelijk werden ze gebruikt als verdedigingsmiddel, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog deden ze dienst als schuilplaats. Nu vormen ze één van de grootste toeristische trekpleisters van de stad.

 

In de oude stadskern zijn er enkele gezellige pleinen. Zo is er Place d’Armes, dat in de voetgangerszone ligt. Op de talrijke terrasjes onder de bomen is het heerlijk genieten van een drankje of een hapje.

Het Groothertogelijk Paleis, de officiële residentie van de Groothertog van Luxemburg, is in de zomer beperkt toegankelijk voor het publiek. Dit gebouw werd in 1572 in gebruik genomen als stadhuis. Vanaf 1817 ging het fungeren als residentie van het staatshoofd.

Groothertogelijk Paleis

 

Een aanrader: rechtover het Paleis vind je Nathalie Bonn’s befaamde Chocolate House, waar je overheerlijke taarten en ander lekkers kan proeven, terwijl je kijkt naar de wisseling van de wacht, of de prachtige Renaissancegevel met de sierlijke bas-reliëfs van het Paleis bewondert.

Chocolate House Nathalie Bonn

Ook telt de stad enkele religieus getinte architecturale parels. Zo is er de Onze-Lieve-Vrouw-kathedraal van Luxemburg uit het begin van de 17e eeuw. Rond 1935 kreeg de laatgotische kathedraal een uitbreiding. Ook de Sint-Michielskerk stamt uit de 17e eeuw. Ander religieus erfgoed vind je in de Neumünsterabdij.

stadhuis

Het stadhuis van Luxemburg stamt dan weer uit de neogotische periode. Het gebouw van de Luikse architect Justin Remont, werd opgetrokken in 1828 op de voormalige ruïnes van een Franciscanenklooster. Napoleon had het in 1804 cadeau gedaan aan de Luxemburgse bevolking. Voor de hoofdingang staan twee leeuwen van dierenbeeldhouwer Auguste Trémont. Voor het stadhuis staat het ruiterstandbeeld van Willem II van Oranje-Nassau, die van 1840 tot 1849 over het Groothertogdom regeerde.

De moderne stad

De Pont d’Adolphe brengt je over het ravijn van de oude naar de moderne stad. De brug is 95 meter lang en gebouwd in het begin van de twintigste eeuw. Ze was ooit de grootste stenen brug ter wereld. Van op de brug heb je een prachtig uitzicht over de vallei.

In het moderne stadsdeel, ook wel Kirchberg genoemd, liggen heel wat Europese instellingen. Toch ligt er te midden van al die nieuwbouw ook nog een oud gebouw: het Fort Thüngen uit de 18e eeuw, ook bekend als‘Les Trois Glands’.  Het bouwwerk ligt in het Dräi Eechelen-natuurpark.  Op de oude restanten van het fort is in 2006 het Mudam, het Musée d’Art Moderne du Grand-Duc Jean, gebouwd.

Mudam1

In dit bijzondere museum vind je internationale tentoonstellingen en projecten uit alle gebieden van de hedendaagse kunst. Het gebouw waarin dit museum is gehuisvest, is op zich al een bezoekje waard. Kunst en architectuur komen samen in dit prachtige bouwwerk dat werd ontworpen door Ieoh Ming Pei, de architect van de glazen piramide van het Louvre. Ook voor zijn ontwerp in Luxemburg heeft de architect veel glas in combinatie met natuursteen gebruikt. De collectie bevat werk van tal van hedendaagse kunstenaars zoals Jan Fabre, Wim Delvoye en Cindy Sherman. Mudam3-interieur

De zandkleurige ronde Philharmonie Luxembourg, van de hand van Christian de Portzamprac, ligt op het Europaplein. De meer dan 800 stalen zuilen rondom, de enorme glaspartijen en de sfeervolle verlichting maken dit concertgebouw tot een architecturale parel van formaat. Het gebouw staat ook bekend als Grand-Duchesse Josephine-Charlotte Concert Hall. Dit extravagante gebouw heeft een ongekend perfecte akoestiek met schoen-box concertzalen.

Place de l'Europe Philharmonie Luxembourg

Vianden

IMG_7666Een belangrijke bezienswaardigheid van de stad is het kasteel van Vianden. Hoogtepunten van bouwkunst zijn het Trinitariërsklooster en de bijbehorende kloosterkerk uit het midden van de 11e eeuw. Inmiddels is dit kasteel nagenoeg geheel gerestaureerd en ook van binnen compleet ingericht.

 

Clervaux

IMG_7729

Het markante witte kasteel van Clervaux, dat stamt uit de twaalfde en en de zeventiende eeuw, herbergt een klein oorlogsmuseum, een maquette museum van diverse kastelen in Luxemburg en een expositie van Edward Steichen: ‘The Family of Man’ die door hem in 1955 werd samengesteld voor het Museum of Modern Art in New York.

 

De tentoonstelling omvat 503 schitterende foto’s en is een aangrijpende evocatie over de geschiedenis van de mens. Na de hele wereld te hebben rondgereisd, heeft ‘The Family of Man’ sedert 1964 een vaste stek gevonden in het kasteel van Clervaux. In 2003 werd ‘The Family of Man’ op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst.

IMG_7744

 

 

 

1654584_10203569317977541_1576764874_o

The walk to paradise garden, 1946, W.Eugene Smith

1525297_10203569316737510_699809633_n

Foto genomen tijdens Koreaanse oorlog, Al Chang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Praktische info

Slapen:

Hotel Simoncini, Luxemburg: www.simoncini.lu

Hotel Belle Vue, Vianden: www.hotelbv.com

Hotel-restaurant Le Clervaux: www.le-clervaux.com

 Eten:

Nathalie Bonn’s Chocolate House  – http://www.visitluxembourg.com/en/place/restaurant/chocolate-house

Bar-lounge-restaurant ‚Original’ – www.original.lu

Hotel-restaurant Le Clervaux: www.le-clervaux.com

 Bezoeken:

Musée d’Art Moderne du Grand-Duc Jean  – www.mudam.lu

Philharmonie Luxembourg – http://www.philharmonie.lu

‘The Family of Man’ – www.steichencollections.lu

 

Logeertip: Gîte ‘La Loctais’ in Bretagne

Leven als God in Frankrijk, dat proberen we allemaal tijdens onze vakantie. Eigenlijk is daarvoor niet zoveel nodig: een beetje zon, een leuke plek om te verblijven, leuke dingen om te doen … en deze kunnen voor iedereen verschillend zijn. Wat voor jou ‘mooi’ weer is, is voor mij misschien te heet of net niet heet genoeg. Om maar te zeggen dat er heel veel factoren meespelen om van een reis een schitterende vakantie te maken.

LaLoctais1

Wij huurden begin deze maand een huisje in Bretagne: La Loctais in Saint Ouen la Rouerie, halverwege tussen de Mont Saint Michel en het vestingstadje Fougères. We hadden het gekozen uit de brochure van Novasol Vakantiehuizen, louter afgaand op onze intuïtie. Onze enige voorwaarde was dat het huisje in Bretagne moest gelegen zijn en niet al te ver van Dinard, dat ik om persoonlijke redenen wou gaan bezoeken. Daaraan voldeed La Loctais en volgens de foto’s in de brochure zag het er prachtig uit. We hielden natuurlijk wel rekening met het gezegde ‘papier is geduldig’: wellicht zou het allemaal iets minder mooi zijn dan de foto’s deden vermoeden.

Maar niets bleek minder waar!

Geschiedenis

De oorspronkelijke hoeve ‘La Loctais’ dateert uit 1724. In 2004 kochten Christine en David Smith een eerste bijgebouw van de hoeve, dat door David werd gerenoveerd tot vakantiehuis en door Christine smaakvol ingericht.

Toen de vader van de boer kwam te overlijden, kochten Christine en David ook het huis met bijgebouw waarin deze had gewoond, zodat er een tweede vakantiewoning én een woning voor zichzelf kon worden ingericht.

LaLoctais7 LaLoctais6

 

 

 

 

 

 

De twee vakantiehuisjes liggen dus naast een oude boerderij en vlakbij het huis van de eigenaars. Er is een gemeenschappelijke tuin en elk huisje heeft zijn eigen terras met tuinmeubelen en een barbecuestel.

 

Praktisch

Elk van de twee gîtes is geschikt voor vijf personen, voor groepen tot tien personen kunnen beide huisjes tegelijk gehuurd worden..

LaLoctais2Op de benedenverdieping is er de woonruimte met open keuken. Wat onmiddellijk opvalt is de vloer in natuursteen, de open haard met houtkachel, de prachtige lederen zetels en de stijlvolle inrichting. In de keuken is alle moderne comfort voorzien, tot een wasmachine toe. Onder de trap is een berging, waar je ook een wasmand, strijkplank en strijkijzer aantreft.

LaLoctais3

Op de eerste verdieping bevindt zich de slaapkamer en de twee badkamers: de ene met toegang vanuit de slaapkamer, de andere geeft uit op de overloop. Elke badkamer met douche, wastafel en toilet, de grote ook met zitbad. Op de tweede verdieping is de tweede ruime slaapkamer met een één- en een tweepersoonsbed.

Ook aan de kleinste kinderen is gedacht: een kinderstoel en een hekje om de trap af te sluiten zijn aanwezig.

LaLoctais5

 

De prachtige tuin mag door de gasten vrij gebruikt worden, zij het om te zonnebaden, in de schaduw van een boom te zitten lezen of koffieklets te houden aan één van de tafeltjes. Achteraan de tuin is er een ren met kippen en eenden, altijd handig om restjes van groenten en brood op een milieuvriendelijke manier te ‘dumpen’.

 

 

Welkom

Dat we welkom waren, bleek al bij het eerste contact. Toen we hadden geboekt, kregen we een telefoontje van Christine ons om te zeggen dat we hen mochten bellen van zodra we in het dorp aankwamen, zij zouden ons daar komen ophalen want het huisje ligt afgelegen tussen de velden en is niet met elke GPS te vinden. (Onze tip: er zijn GPS-toestellen die niet ‘La Loctais’ herkennen, maar wel ‘lieu dit La Loquetais.)

Als welkomstgeschenk stond er een fles wijn klaar met een doosje Bretoense koekjes, in de frigo stond een fles melk. De bedden waren opgemaakt, in de badkamer lagen de handdoeken klaar. Alles in de prijs inbegrepen.

Gastvrouw en gastheer

Zoals hun familienaam het al laat vermoeden, zijn de eigenaars afkomstig uit Engeland. Toen ze vervroegd in pensioen konden gaan, twijfelden ze geen ogenblik om van hun vakantieverblijf hun vaste stek te maken.

Zij zorgen echt voor een surplus door hun vriendelijke bezorgdheid om het hun gasten naar de zin te maken. Nooit opdringerig, altijd op de achtergrond, maar altijd aanwezig als je hen nodig hebt.

Toen we bij aankomst autopech hadden (gelukkig niets ergs) vergezelde David ons naar zijn garagist die voor ons een check-up deed. Daardoor zaten we een avond zonder vervoer en boden zij ons aan met hen mee te rijden naar de naburige stad, waar ze ons de leukste en beste restaurants, crêperies, pubs en winkels toonden.

Bezienswaardigheden in de buurt

De Mont Saint Michel is vlakbij. In Fougères kan je het prachtige middeleeuwse kasteel bezoeken met een van de machtigste omwallingen van Europa. De oude, ommuurde stad van  Dinan is een juweeltje. Dinard – het Nice van het noorden – met zijn grillige kust, groeide in de 19de eeuw uit tot een van de mondainste Franse badplaatsen. In Cancale, het vermaarde oesterstadje met zijn vissershaven, eet je zeevruchten in een van de vele restaurantjes of oesterbars, of je koopt je oesters op het marktje bij de pier.

Fougères

Mont St. Michel Dinard Cancale

Of je laat de auto staan, kiest voor een wandeling in nabije omgeving van La Loctais en sluit de dag af met een barbecue op je terras.

LaLoctais4

Contact

De gîtes van La Loctais kan je rechtstreeks boeken bij de eigenaars:

Tel.: 0033 987 87 83 99 / GSM: 044 7887 744 688 / E-mail: smithdavid-et-christine@wibox.fr

Arnhem en Nijmegen in 48 uren

John Frostbrug

John Frostbrug

In het hartje van de provincie Gelderland liggen Arnhem en Nijmegen, op amper een boogscheut afstand van elkaar. Door hun gestadige groei zullen ze uiteindelijk één groot stedelijk gebied gaan vormen: Arnhem de groenste, en Nijmegen de oudste stad van Nederland. Ze delen een rijke geschiedenis die terug te vinden is in de vele musea.

Nijmegen

Nijmegen

Arnhem en Nijmegen bieden naast een schat aan kunst en cultuur, een weelderig natuurschoon, een oase aan wellnessfaciliteiten en ontspanningsmogelijkheden, ook bruisende winkelstraten en een delicieus aanbod van culinaire verwennerijen.

In en rondom beide steden liggen groene bossen, glooiende heuvels en véél water: rivieren, venen en watersportgebieden. De Veluwe ligt op wandelafstand.

Klaar voor een ontdekkingstochtje door deze regio?

Park Sonsbeek

Na amper twee uur autorijden komen we in Arnhem aan, waar we worden opgewacht door Lut, onze gids voor de komende 48 uur. Zij neemt ons mee voor een korte wandeling, eerst door het stadscentrum  en dan richting Park Sonsbeek, waar je in het bezoekerscentrum terecht kan voor toeristische info of om een stepfiets te huren.

Midden in dit park ligt het Watermuseum, in een historisch pand met een oude watermolen. Hier kom je op een interactieve manier alles te weten over water. Het is een doe-museum waar je ook proeven mag uitvoeren in een echt labo. Het Nederlands Watermuseum richt zich op het gehele gezin en biedt leerzame ervaringen voor jong en oud.

Modestad Arnhem

Inge Uiitenbogaard

Inge Uiitenbogaard

In de namiddag staat een modewandeling op het programma. In Arnhem is de modeacademie ArtEZ gevestigd en vele afgestudeerden blijven ook na hun studie in de stad wonen, waar ze in originele en gezellige winkeltjes hun creaties te koop aanbieden. Het TrixenReeshuis is daar een mooi voorbeeld van.

Trix en Rees

Trix en Rees

De Hoedenmaker

De Hoedenmaker

In het Modekwartier Klarendal gaan we in enkele van deze winkels naar binnen en bewonderen er de uniek ontworpen hoeden, handtassen, schoenen en juwelen: De Hoedemaker, Irene Schaepman ‘Eva Luna Couture’, Het Paradijs, San Miguel hoes Europe,  Inge Uittenbogaard, Marck & Mo, … om er slechts enkele te noemen. Hier zouden we dagenlang willen rondhangen, maar het is tijd voor onze volgende afspraak:

Airborne museum ‘Hartenstein’

In september 1944 was de brug over de Rijn in Arnhem het einddoel van de Operation Market Garden. Ze bleek echter ‘a bridge too far’. In Oosterbeek, zes kilometer verwijderd van deze beroemde (John Frost)brug, bevindt zich het Airborne museum. Het is gehuisvest in Villa Hartenstein, een pand waar tijdens de Tweede Wereldoorlog het Britse hoofdkwartier was gevestigd. Hier wordt het hele verhaal van de Slag om Arnhem verteld en heel waarheidsgetrouw voorgesteld.

Airborne museum

Op hetzelfde domein als het museum is een restaurant gelegen met de naam Hartenstein@Laurie waar we met een borrel de emoties van het indrukwekkende museumbezoek wegspoelen en genieten van een heerlijk diner.

Het Openluchtmuseum

Het Nederlands Openluchtmuseum Arnhem doet ons een beetje denken aan Bokrijk  Het is een nationaal museum dat in 1912 werd opgericht. In 2005 werd het openluchtmuseum verkozen tot European Museum of the Year omwille van zijn originele en creatieve ideeën.

openluchtmuseumOp de erven, in de boerderijen, huizen en molens, in het boerencafé en in de winkeltjes. beelden figuranten de dagelijkse bezigheden uit van mensen uit vroegere tijden. Ook door de talrijke interactieve presentaties komt de geschiedenis weer tot leven.

Het Openluchtmuseum is gecertificeerd voor het EKO-keurmerk Horeca. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van de inkoop van gecontroleerd biologische herkomst is. De museumkoks serveren smakelijke biologische pannenkoeken en stevige huisgemaakte kost in restaurant De Hanekamp. In de koffiehuizen en cafés kan je terecht voor een drankje of een snack, op het Zaanse plein staat een authentiek poffertjeskraam, waar je deze typische Nederlandse lekkerij kan proeven.

Zaanseplein

Zaanseplein

Wijnhoeve De Colonjes

We verlaten de stad Arnhem en Lut neemt ons mee naar Groesbeek, waar we  een wijngaard gaan bezoeken. Verbaasd dat er in Nederland wijn wordt gemaakt? Waren wij ook!

Decolonjes1

De gemeente Groesbeek heeft een totaal van 19 hectare wijnbouw en brengt zowel witte als rode wijnen, grappa’s en likeuren op de markt. Wijnhoeve de Colonjes is een biologische wijngaard  en één van de toonaangevende producenten van Nederlandse wijnen.

DeColonjesDe Colonjes biedt rondleidingen en speciale arrangementen aan, die beslist een aanrader zijn. Ook wie geen wijn lust, zal ongetwijfeld wel genieten van het verhaal over het ontstaan van de wijnhoeve: Freek Verhoeven zocht een bezigheid om zijn dagen aangenaam door te brengen eens hij met pensioen ging. Het resultaat vertaalt zich enkele jaren later in een biologische wijngaard die al vele internationale prijzen op zijn palmares heeft staan.

Scandic Sanadome Nijmegen 

In de vooravond worden we verwacht in Spa & Wellness Hotel Sanadome te Nijmegen. Dit is een erkend kuuroord met thermaal water uit eigen bronnen. Het thermaal water bevat zouten, mineralen en metaalionen en geven het bronwater een heilzame werking.

Sanadome thermen buiten 60x80 72 DPI pand buiten tuin achter Terras Breeze 3

Ook op je bord krijg je in Sanadome wellness geserveerd, er zijn vier culinaire restaurants met elk een eigen menukaart. Overal worden zorgvuldig geselecteerde producten geserveerd, met aandacht voor oorsprong en ecologische kwaliteit.

Golfbaan Het Rijk van Nijmegen

Heerlijk ontspannen na ons verblijf in Sanadome, rijden we naar Het Rijk van Nijmegen in Groesbeek. Daar worden we hartelijk onthaald door Hans Blaauw, algemeen directeur van vier ‘Het Rijk’ golfbanen.

golfbaan2

Het Rijk van Nijmegen is met zijn 45 holes de grootste golfbaan van Nederland, het is één van de vier golfbanen die deel uitmaken van ‘Het Rijk’. Hans Blaauw neemt ons in een golf buggy mee naar het domein, waar we genieten van de schitterende natuur en de adembenemende vergezichten. Rust en ruimte maken deel uit van de passie van het golfspel, zoveel is duidelijk.

In Nederland hoef je geen lid te zijn van een golfclub, het volstaat dat je over een GVB (golfvaardigheidsbewijs) beschikt om te mogen golfen.  Het Rijk van Nijmegen draagt gastvrijheid hoog in het vaandel, zo zijn ook niet-golfers welkom op het terrein, er wordt enkel gevraagd dat ze de wandelwegen in acht nemen. Ook in het restaurant Green 46 zijn zowel greenfeespelers als niet-golfers welkom.

Modewandeling

Ook in Nijmegen neemt onze gids ons mee op een modewandeling. Want ook hier zijn er tientallen leuke adresjes waar je allerlei origineels kan kopen en waar je telkens op een persoonlijke service kan rekenen, een echte shoppingstad dus.

Zeker niet te missen: Cappello, de grootste hoeden- en tassenspeciaalzaak van Europa, waar je naast gewone petten, mutsen en hoeden ook designontwerpen vindt van zowel Nederlandse als buitenlandse ontwerpers, en ook sjaals, tassen en andere accessoires.

standbeeld van Mariken Van Nieumeghen - Grote Markt

standbeeld van Mariken Van Nieumeghen – Grote Markt

We wisselen het shoppen af met genieten van deze gezellige stad, waar historische panden prachtig geïntegreerd staan tussen mooie avant-gardistische architectuur. En we kunnen niet nalaten even Mariken van Nieumeghen te gaan opzoeken, de beroemde – zij het fictieve – inwoonster van Nijmeghen die op de Grote Markt werd vereeuwigd door Vera van Hasselt,. Een beeld van Moenen (de duivel), gemaakt door Piet Killaers, staat aan de voet van de Grote of Sint-Stevenskerk.

Het Valkhof

Museum Het Valkhof - godenpijler

Museum Het Valkhof – godenpijler

Voor een duik in het verleden van Nijmegen is museum Het Valkhof the place to be. In 1999 is dit museum geopend in een ultramodern gebouw met honderden vierkante meters turkoois glazen wanden. Dit zorgt voor veel licht en helderheid in het interieur, en een schitterend uitzicht op het omliggende park met de imposante kastanjebomen.  Hier gaan natuur en cultuur hand in hand.

museum_buitenkant

 

Het museum herbergt archeologische vondsten uit de Romeinse tijd, schilderijen die het Nijmegen uit de 16de en 17de eeuw afbeelden, maar ook moderne kunst. Het museum is zo ingericht dat je uit een groot aantal routes kan kiezen om de ene collectie na de andere te bezichtigen.

Reisinfo:

Websites van de bezochte musea en bezienswaardigheden:

www.watermuseum.nl / www.airbornemuseum.nl / www.openluchtmuseum.nl / www.wijnhoevedecolonjes.nl / www.golfenophetrijk.nl / www.museumhetvalkhof.nl / www.sanadome.nl

Shopping:

www.funshopgids.nl / www.cappello.nl

Onze aanbevelingen voor overnachting:

Sanadome, Nijmegen – 4 sterren Spa & Wellness hotel www.sanadome.nl

Hotel Haarhuis, in het centrum van Arnhem – 4 sterren Best Western Plus hotel http://www.hotelhaarhuis.nl

Op deze adresjes hebben we lekker gegeten:

Brasserie Aquarium – brasserie@watermuseum.nl
Restaurant Hartenstein@Laurie – www.restauranthartenstein.nl
Restaurant De Hanekamp – www.openluchtmuseum.nl
Restaurant Flow – www.sanadome.nl
Museumcafé Het Valkhof – www.museumhetvalkhof.nl

Algemene info:

RBT KAN – Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen: www.regioarnhemnijmegen.nl

De zilvermijnen in Melle (Frankrijk)

De stad Melle in Frankrijk maakt deel uit van het arrondissement Niort en is gelegen in het departement Deux-Sèvres, regio Poitou-Charentes. Melle dankt zijn ontstaan en zijn bloei voornamelijk aan twee zaken: de aanwezigheid van zilvermijnen en zijn ligging op de bedevaartsweg naar Compostella.

In dit artikel bespreken we enkel de zilvermijnen: ‘Les Mines d’Argent de Charlemagne à Melle’

IMG_5795

Rijkdommen van Melse bodem: lood en zilver

De streek van het Pays Mellois moet al heel vroeg bewoond zijn geweest. Zo vind je bij Bougon in de Deux-Sevres naast een aantal hunebedden, ook grafheuvels die bijna 7000 jaar oud zijn.

De waardevolle mineralen in de bodem werden ook al vroeg ontdekt en ontgonnen, zeker al sedert de Gallo-Romaanse tijd, wellicht zelfs vroeger.

In de Melse ondergrond is immers galeniet of loodglans aanwezig, ook soms galena genoemd – het Latijnse woord voor looderts waarmee alle mineralen die lood bevatten, worden aangeduid.  Wellicht werd dit lood-zilvermengsel (met 1 à 3 % zilver) eerst ontgonnen omwille van het lood, dat werd gebruikt om belastingen te betalen aan de Franse koningen. Onder Dagobert I (koning der Franken van 629 tot 639) werd er 8000 pond lood naar Parijs gestuurd, waar het gebruikt werd voor het dak van de Saint-Denisbasiliek.

Later werd het zilver de voornaamste reden van de ontginning van de mijnen en werd het lood hiervan een ‘bijproduct’. Vast staat dat de zilvermijnen te Melle intensief ontgonnen werden van begin zevende tot eind van de tiende eeuw, ten tijde van de Karolingische keizers. Melle was toen een belangrijke zilverproducent én koninklijke muntenslager, die minstens even belangrijk was als die van Parijs, Orléans, Reims of Sens.

Het munthuis was één van de tien munthuizen die hun activiteiten mochten voortzetten onder Karel de Kale. Er werden twee types munten geslagen: obolen en denarii. Dit waren zeer lichte munten en ze werden overal in het uitgestrekte Roomse Rijk als betaalmiddel gebruikt.

Obool

Het is logisch dat de muntslagerijen in Melle werden gevestigd. De transportmogelijkheden waren in de middeleeuwen immers zeer beperkt en traag, de wegen waren in erbarmelijke staat en bovendien gevaarlijk. Het lag dan ook voor de hand dat de munten werden geslagen in de onmiddellijke nabijheid van de mijnen.

Dit had tot gevolg dat veel werklieden en welstellende handelaars zich in Melle kwamen vestigen. Zo groeide Melle al vroeg uit tot één der belangrijkste en rijkste steden in de regio.

Hoe werden de mijnen geëxploiteerd in de vroege middeleeuwen?

IMG_5792In de valei van de rivier la Béronne waren er natuurlijke uithollingen waarin galeniet werd aangetroffen. Deze holen werden verder uitgegraven tot diep onder de heuvels. Er werden ook vertikale luchtkokers gegraven die uitgaven op de velden en weiden boven de heuvels. Deze dienden niet enkel voor de aanvoer van lucht voor de mijnwerkers, maar ze werkten ook als schouw als in de mijngangen vuur werd gestookt: er werden stapels hout in brand gestoken binnenin de mijn en toen het vuur was gedoofd, werd er koud water over de wanden gegoten. Door deze techniek toe te passen, kon telkens een paar centimeter erts worden weggekapt van de wand. De mijnwerkers moesten op de knieën of op de buik voortkruipen doorheen de uiterst smalle gangen, waar weinig zuurstof aanwezig was, ze moesten in weinig comfortabele houdingen het erts loskappen. Een echte slavenarbeid, soms ook in de letterlijke zin van het woord!

Dit was niet enkel een zeer arbeidsintensieve manier van werken, er waren ook massa’s hout nodig die van steeds verder dienden te worden aangevoerd. Wellicht is dit ook één van de redenen waarom de mijnen niet langer werden geëxploiteerd vanaf de tiende eeuw.

Er is nu nog altijd galeniet in de bodem aanwezig. In 1826 heeft men zelfs geprobeerd de ontginning van de zilvermijnen in Melle een nieuwe elan te geven, maar het gehalte aan zilver van de ertsen was te laag voor lucratieve ontginning. Volgens een onderzoek dat in 1922 in de mijnen van Melle werd uitgevoerd, is er pas voldoende zilvergehalte in het erts aanwezig op het niveau van het graniet, dat hier op een diepte van ongeveer twintig meter wordt gevonden.

De scheiding van zilver en lood

Toen de stukken galeniet uit de mijn waren gehaald, moesten deze worden bewerkt om zilver en lood van elkaar te scheiden. Nadat het gesteente was gewassen, liet men het smelten in speciale ovens, daarna werd het lood aan het gesmolten gesteente onttrokken door oxydatie en een procédé dat in het Frans ‘coupellation’ wordt genoemd. Wat overbleef was een kleine hoeveelheid puur zilver.

IMG_5807Sedert de zomer van 2007 wordt dit gedeelte van het proces op experimentele basis terug op de mijnsite uitgevoerd. Hiervoor werd een oven gebouwd, en het publiek kan zien hoe de smid en en de keramisten dit werk verrichten, zo getrouw mogelijk aan de methodes die meer dan een millenium geleden ook werden gehanteerd. Zo wordt het hele technische proces getoond: van galeniet tot het zilver, waaruit munten werden vervaardigd.

De herontdekking van de zilvermijnen

In de tiende eeuw was er een einde gekomen aan de ontginning van de zilvermijnen te Melle en nadien raakte het bestaan van de mijnen in de vergeethoek. Toen men in de negentiende eeuw begon te delven naar steengruis om de wegen te bestraten, ontdekte men louter per toeval enkele oude toegangen tot de mijnen. De meeste mijngangen waren eeuwen tevoren terug opgevuld met stenen en steengruis dat was overgebleven na het loskappen van galeniet. Nu kon men deze stenen gebruiken voor de aanleg van wegen en tegelijk werden de mijngangen vrijgemaakt en nader onderzocht.

De zilvermijnen anno 21ste eeuw

Tegenwoordig kan je een klein deel van de oude zilvermijnen bezoeken; de mijnen in Melle zijn de oudste in Europa die open zijn voor het publiek.

IMG_5806Sinds 1996 hebben de mijnen een samenwerkingscontract met het CNRS (Centre National de la Recheche Scientifique) en sinds kort is er een ‘Plateforme d’archéologie expérimentale’ (platform experimenteel archeologisch onderzoek) in het leven geroepen. Sedert 2007 kan het publiek tijdens de zomermaanden ter plaatse de experimenten volgen van onderzoekers van allerlei pluimage (métallurgie, chemie, natuurkunde, deskundigen op het gebied van restauratie).

Onder het stadje Melle is ongeveer twintig kilometer van het immense netwerk van gangen en galerijen toegankelijk, waarvan slechts een klein gedeelte voor het publiek is opengesteld. Dit gedeelte wordt prachtig verlicht en van geluid voorzien door de kunstenaar Knud Viktor.

,;

In het museum zie je hoe vroeger de munten werden geslagen, de mijn zelf kan worden bezocht onder begeleiding van een gids.

IMG_5803

Voor meer informatie over Frankrijk: Atout France- Dienst voor toerisme Frankrijk: www.rendezvousenfrance.comInfo.be@atout-france.fr – Tel : 02 505 38 28

1066 Country: erfgoed, kunst en antiek

1066 Country ligt in het zuidwesten van Engeland en ontleent zijn naam aan de grootste en bloedigste veldslag uit de Britse geschiedenis, die er in het jaar 1066 plaatsvond. Naast een rijk historisch erfgoed vind je er pittoreske stadjes met authentieke winkeltjes, kunstgalerijen en antiekzaken.

Battle

Battle Abbey De historische strijd tussen Willem de Veroveraar en de Engelse koning Harald vond niet plaats in Hastings zelf, maar op een open veld zo’n tien kilometer landinwaarts, waar later Battle zou worden gesticht.

Om zijn overwinning te vieren, liet Willem De Veroveraar in 1095 een abdij bouwen op de exacte plaats waar zijn rivaal Harold het leven liet. De ruïnes van Battle Abbey zijn zeker een bezoek waard en het slagveld ligt er nog grotendeels bij zoals het er in 1066 moet hebben uitgezien.

Saffron Gallery

Battle is een gezellige stad met kleine musea op de hoek van elke straat en winkeltjes die je terugvoeren naar een ver verleden. Een aanrader is Saffron Gallery in High Street, een kunstgalerij die werk van zowel internationaal befaamde als van lokale kunstenaars tentoonstelt. Deze galerij heeft een schitterende reputatie verworven omdat ze de enige is buiten Londen die dergelijke artistieke kwaliteit biedt.

Hastings

We rijden naar Hastings, een kuststadje dat zich lijkt te verschuilen tussen twee rotsen aan de zee.

Hastings-strand

Piece of Cheese

Piece of Cheese

Smalle steegjes (twittens) die de grote straten met elkaar verbinden, zijn er in Hastings in overvloed. Sommige zijn zo smal dat je er zo voorbijloopt. En dat zou jammer zijn, want in de twittens ontdek je de unieke achtertuintjes van Hastings. In één twitten schuilt bijvoorbeeld Sinnock Square, waar op amper 40 vierkante meter een bonte collectie van potplanten te vinden is. Ook niet te missen is Piece of Cheese, een hoekhuis dat zijn naam dankt aan zijn opvallende vorm en kleur en dat nu als B&B kan worden afgehuurd. In een derde twitten, de steile verbindingsweg naar Oxford Terrace, vindt elk jaar in augustus een wel erg bijzondere wedstrijd plaats: deelnemers moeten dan op een oude, volgeladen boodschappenfiets de helling op zonder dat ze het briefje van 5 pond verliezen dat onder hun billen op het zadel wordt gelegd.

hastingsSinnock Square

Van op Oxford Terrace heb je een prachtig uitzicht op de zee en op de haven. Van oudsher meren de schepen in Hastings niet aan in een dok, maar worden ze op het strand getrokken. Vanop het terras zie je een honderdtal zwarte dozen op het strand staan: de nethuizen, waar vissers dagelijks hun vangst aan de man brengen.

In de oude haven is een intact exemplaar van een vissersboot te bewonderen in Fishermen’s Museum, gehuisvest in de vroegere Sint-Niklaaskerk. In het Shipwreck Museum een eindje verderop, wordt een schat aan vondsten uit gestrande schepen tentoongesteld.

Jerwood Gallery is een opmerkelijk gebouw, waarvan de buitenkant bekleed is met meer dan 8.000 zwarte keramische tegels, die met de hand geglazuurd zijn en het licht reflecteren. Jerwood Gallery werd geopend in 2012 en herbergt kunstwerken van de Jerwood Stichting, voornamelijk Britse kunst van de 20ste en 21ste eeuw. Je vindt er werken van kunstenaars als Sir Stanley Spencer, Laurence Stephen Lowry en Augustus John. Er is ook een tijdelijke tentoonstellingsruimte.

George Street en High Street zijn gezellige straten met typisch Britse winkels, bars en restaurantjes. We eten overheerlijke verse visgerechten in Webbe’s restaurant in de oude haven. Webbe’s heeft verschillende restaurants én een kokschool in 1066 Country.

Bexhill

DeLaWarPavillionNaast Hastings ligt Bexhill-on-Sea, een typisch Engels kuststadje waar in 1935 het De La Warr Pavilion werd gebouwd, het eerste modernistische gebouw van Groot-Brittannië. Het De La Warr Pavilion doet tegenwoordig dienst als cultureel centrum van Bexhill. Behalve exposities van plaatselijke kunstenaars worden er ook openluchtfilms vertoond en Random Fridays georganiseerd, waarbij op vrijdag telkens een verrassingsoptreden plaatsvindt in het auditorium van het complex. Ook overdag is het gebouw een bezoek waard, je kan er lunchen met een uitzonderlijk mooi panorama over strand en zee.

DeLaWarPavillion1

Eras of Style

We bezoeken in Bexhill de antiekzaak Eras of Style. Deze is ondergebracht in de gebouwen van het vroegere West Station, die niet langer dienst doen als stationsgebouw sedert de spoorlijn werd afgeschaft. Hier vind je antiek, brocante en vintage bij de vleet.

Rye

RyeWe verlaten Sussex langs Rye, het havenstadje dat in de 16de eeuw verzandde en nu twee kilometer landinwaarts ligt.

Rye is gekenmerkt door zijn keienstraatjes en witgekalkte huisjes in middeleeuwse, Tudor- en Georgiaanse stijl . Hier zijn veel  kleine snuisterboetiekjes, boekhandels, kunstgalerijen en theehuisjes. Vooral antiekliefhebbers komen hier ruimschoots aan hun trekken, met enkele niet te missen antiekhuizen aan ‘The Strand’.

Gelukkig zijn er nog zekerheden in het Engelse leven en de tearoom is er daar één van. We genieten van onze cream tea in The Apothecary, een oude apotheek die nu als theehuis is ingericht.

The Apothecary

Reisinfo

Toeristische dienst 1066 Country: http://ww.visit1066country.com
Overtochten: http://www.POferries.be – 070/70.77.71 – 23 overtochten per dag
Saffron Gallery – Battle: http://ww.saffrongallery.co.uk
Jerwood Gallery – Hastings: http://www.jerwoodgallery.org
De La Warr Pavilion – Bexhill: htpp://www.dlwp.com
Eras of Style – Bexhill:  http://www.erasofstyle.com
Overnachten :Northrise Lodge Bed and Breakfast: http://www.northriselodgehastings.co.uk
Eten: http://www.webbesrestaurants