Mijn kind
Jouw geluk
Raakt me
Jouw verdriet
Kraakt me
Lang geleden liet ik je los
maar ‘k zit voor altijd aan jou vast
Ik ben niet meer de leeuwin
die jou constant behoedt
maar de leeuwin waakt
met gesloten ogen
en o wee wie jou belaagt
Ik ben niet meer jouw enige veilige haven
maar mijn vuurtoren waakt
en volgt jouw stoere schip
dat nu deint op wereldzeeën
Ik brand al mijn kaarsen
om jou een schipbreuk te besparen
en denk met heimwee aan de tijd
toen wij nog één bootje waren
(voor mijn zonen Koen en David)