Dromen, het is iets eigenaardigs, heel persoonlijk en fascinerend.
Zo ondervind ik bijvoorbeeld dat ik tijdens mijn dromen dezelfde gedragingen, mankementen en eigenaardigheden aan de dag leg als in mijn “wakkere” momenten.
Van dat laatste werd ik me deze nacht op een bijzondere manier bewust.
Ik droomde over een vriendin die ik al langere tijd niet meer heb gezien. In mijn droom ontmoette ik haar en ze zei dat ze met haar man naar een optreden was geweest van een rockband. Ze noemde de naam niet, maar ik wist onmiddellijk over welke groep ze het had, het verwonderde mij zelfs dat zij – en zeker haar man – daar fan van waren.
Nu heb ik dat al langer, dat ik niet op namen kan komen. Maar vannacht had ik dat zelfs in mijn droom. Ik vroeg: je bedoelt toch de groep waarvan Tom Smith de zanger is? Jawel, die was het. En het lied waarmee ze bij ons bekend werden, is “Papillon”? Ja hoor. En ze zingen ook “No sound but the Wind”! Inderdaad.
Hoezeer ik er ook over nadacht, de naam van de groep schoot me niet te binnen. En toen ik wakker werd, bleef ik liggen zoeken.
Het gevolg laat zich raden: ik ben opgestaan en ben op de laptop gaan opzoeken welke groep mijn vriendin had zien optreden. Editors! Zo blij als een kind ging ik terug in bed liggen in de hoop weer in slaap te vallen en in dezelfde droom terecht te komen, om aan mijn vriendin te zeggen dat ik de naam had gevonden: Editors!
De slaap is niet meer gekomen, en de droom kreeg dus geen vervolg. Wel heb ik me de hele ochtend lopen afvragen waarom ik in ‘s hemelsnaam over een Britse rockband droom. Ik had met mijn vriendin wel wat anders te bespreken.
Misschien vond mijn onderbewustzijn dat ik haar toch maar eens moet bellen en zeggen wat ik over haar heb gedroomd. Ik zal eraan denken als op de radio nog eens een song wordt gespeeld van … hoe heten ze alweer?