Maandelijks archief: december 2020

Nieuwjaarsbrief

Het jaar 2020 loopt op zijn laatste benen en er zijn al veel wensen uitgewisseld voor een nieuw, beter jaar waarin alles terug normaal wordt. En daar heb ik het een beetje moeilijk mee: normaal? Waren wij voordat de pandemie uitbrak, dan normaal bezig? Ik dacht het niet!

De wereldbevolking is al meer dan verdubbeld sedert ik werd geboren, in 1957. Over een dertigtal jaar zullen we met ongeveer negen miljard zijn (volgens schatting van de VN) en dat is echt te veel om in de basisbehoeften van elk van die negen miljard mensen te voorzien. Met basisbehoefte bedoelen wij dan een minimale, sobere levensstijl. Niet dat er nu geen probleem is op dat gebied: er is nu nog wel voldoende maar niet voor iedereen. De rijkdom is slecht verdeeld en bovendien leven wij in het Westen op een manier die we geen tientallen jaren meer kunnen volhouden. Wij misschien wel, maar onze aarde zeker niet.

Door de covid-19 pandemie lijken alle andere problemen naar de achtergrond te zijn geschoven, zoals bijvoorbeeld de opwarming van de aarde. Ons economisch systeem draait vierkant: er moet steeds méér zijn, meer productie, meer winst … jaar na jaar. Dat is niet vol te houden, die ongebreidelde groei heeft consequenties voor onze aarde en uiteindelijk ook voor het voortbestaan van de mensheid.

Onze politieke systemen zijn gebaseerd op macht, aanzien en op geld. Hoewel het grote geld momenteel meer bij multinationals, farmaceutische bedrijven en vermogende potentaten zit en veel minder bij de politieke systemen en beleidsmensen. Deze laatsten zijn nu op hun beurt min of meer afhankelijk geworden van de firma’s en de personen die het geld – en dus macht – hebben, met alle gevolgen van dien. België is niet het enige land dat stilaan onbestuurbaar is geworden, de hele wereld is in hetzelfde bedje ziek.

Ik las deze week een stelling van de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer:

‘Ik hoop dat we met het vaccin niet vervallen in een overwinningsroes en zo snel mogelijk terugkeren naar hoe het vroeger was. We hebben geleerd dat we als maatschappij in staat zijn tot verregaande maatregelen als we de urgentie van het probleem begrijpen. De coronacrisis was in die zin een generale repetitie. De echte uitdaging is het redden van onze planeet.’

Dat is dan ook mijn grootste wens voor het nieuwe jaar, en voor alle daarop volgende jaren: dat we onze les geleerd hebben uit het rampjaar 2020. Dat wil zeggen dat we ons niet langer vastklampen aan de ongebreidelde groei van onze westerse economie, dat we onze verantwoordelijkheid gaan nemen om een leefbare wereld achter te laten voor onze kinderen en kleinkinderen, dat we soberder en duurzamer gaan leven. Dat we kappen met een maatschappij van hebzucht, egoïsme, angst, macht en bemoeizucht.

Gemakkelijk zal dat niet zijn en het zal grote offers vragen, zeker voor wie in luxe kon leven tot nu toe, maar de pandemie heeft ons geleerd dat we in staat zijn tot offers.

Tijdens de lockdowns gingen we massaal wandelen en fietsen, velen (her)ontdekten de schoonheid van de natuur in eigen streek. Er werd meer aandacht besteed aan gezonder eten, aan bewegen, aan de eenvoudige geneugten des levens. Er werden minder niet-essentiële verplaatsingen met de wagen gemaakt. Enkele goede gewoontes die we kunnen volhouden.

Laat ons vooral ophouden met negatieve kritiek te geven op alles en iedereen. Laat ons ophouden te verwachten dat de overheden voor alles een oplossing moeten bieden. Laat ons ophouden met denken dat wij er niets aan kunnen veranderen. Want dat kunnen we wel, allemaal samen.

Laat ons daarom klinken op de eerste dag van het nieuwe jaar, met bubbels in onze bubbel: dat 2021 een positief jaar wordt, waarin we allen samen gaan werken aan de redding van onze planeet.

Gelukkig nieuw jaar!

De zin van mijn leven

Neen hoor, dit wordt geen zwaar filosofisch pamflet! Het gaat over woorden die op een bepaald ogenblik zin gaven of geven aan je leven. En over een project van Gent Leest.

Twintig bekende en minder bekende Gentenaars (stadslezers) deelden een zin uit een boek, gedicht, film, song… die hun leven een beslissende draai gaf. Een zin waar ze altijd om moeten glimlachen of die ze koesteren wanneer het even moeilijk gaat. En deze zinnen werden op de vensters van De Krook geschilderd. Tot mijn (zeer aangename) verrassing werd ook mijn zin hiervoor gekozen:

We all have our time machines, don’t we? Those that take us back are memories … And those that carry us forward, are dreams.

(H.G. Wells, The Time Machine)

Vertaling: We hebben allemaal onze tijdmachines, nietwaar? Degene die ons terughalen zijn herinneringen, en degene die ons vooruit helpen, zijn dromen.

Ik kreeg hierop veel leuke reacties. Iemand dacht zelfs dat ik die zin zelf had geschreven – was het maar waar! Ze komt uit de sciencefiction roman The Time Machine van Herbert George Wells.

Deze zin koos ik niet lukraak. Het gegeven “tijd” houdt me al langer bezig (cfr. Zoals het klokje thuis tikt). Het “nu” wordt – terwijl we het leven – onmiddellijk onomkeerbare verleden tijd, we balanceren constant tussen verleden en toekomst in. Het “nu” ontglipt ons en wordt instant herinnering. Zeker in deze onzekere coronatijden zijn er veel mensen die herinneringen gaan koesteren, meer dan voorheen. Of mensen die dromen en plannen willen maken voor een onzekere toekomst.

Als er één uitvinding is waar ik naar verlang, is het de tijdmachine. Niet om naar de toekomst te reizen, de toekomst is maakbaar, zij het met vele beperkingen en voorwaarden. Maar omdat ik enorm nieuwsgierig ben naar het verleden. Niet om dit te veranderen of erop in te grijpen, dat in geen geval. Dit zou zelfs nooit mogelijk mogen zijn want de mens kennende: er zou nogal gesjoemeld worden! Maar wel om als toeschouwer naar bepaalde periodes te reizen, te observeren en te leren.

Uit nieuwsgierigheid naar bepaalde historische figuren én naar het leven van de eigen voorouders. Steeds vaker besluipt mij de gedachte aan gemiste kansen. Terwijl ze nog leefden, stelde ik te weinig vragen aan mijn (over)grootouders of ik luisterde verveeld naar altijd dezelfde verhalen die ze vertelden, zonder door te vragen … Nu zou ik een stuk van mijn leven geven voor nog één moment met hen, om mijn vragen te kunnen stellen. Maar dit zal altijd een droom blijven.

Het zijn niet enkel de mensen uit het verleden die me intrigeren, maar ook de omstandigheden waarin ze leefden, de landschappen in die tijden … Ik herinner me nog goed dat Ronny en ik eens in de buurt van Zichem waren en we besloten het dorp van Ernest Claes te gaan bezoeken. In ons jeugdig enthousiasme hadden we ons voorgesteld dat we taferelen of gebouwen zouden aantreffen uit het boek of de film “De Witte”. Maar ook in Zichem was de tijd niet blijven stilstaan en het waren slechts enkele prenten uit de film die aan de muren van een café prijkten, die aan Ernest Claes herinnerden. We waren allebei teleurgesteld. Hadden we dan echt verwacht het huis van pastoor Munte, de hoeve van Boer Coene, het Wazinghuis aan te treffen zoals die er honderd jaar geleden uitzagen? Daarvoor hadden we een tijdmachine nodig gehad.

Maar wellicht is het verlangen naar tijdmachines iets typisch voor kinderen en ouder wordende mensen? Eigenlijk hoop ik niet echt dat deze uitvinding gerealiseerd wordt, de mensheid zou er misbruik van maken, vrees ik. Laat het maar een droom blijven. Iets voor later.

De stadslezers

Ter info: de Gentse stadslezers zijn boekenwurmen die op www.gentleest.be tips geven of een recensie schrijven over hun favoriete auteurs, boeken of leesplekken.

Wie de andere 19 zinnen wil zien, kan daarvoor tot 3 januari terecht aan de buitenkant van bibliotheek De Krook of op de faceboekpagina https://www.facebook.com/groups/gentleeststadslezers (artikel: De zin van mijn leven fotosessie).