Categorie archief: Kunst

EQUUS

Wat me vorige week (onder andere) bijzonder raakte bij de rellen na het nepfestival in het Ter Kamerenbos, was wat er met de paarden gebeurde. Een agent te paard liep een feestvierder omver en er werden zeven paarden gewond. ‘s Anderendaags op 2 april waren er opnieuw rellen en werd een jongere opgepakt omdat hij een paard “sloeg”.

Het viel op dat er in de eerste dagen van april in diverse media aandacht werd besteed aan het inzetten van paarden bij politieoptredens.

Ik spreek me hier niet uit over coronamoeheid, ook niet over frustraties en of “La Boum” een goede aprilvisgrap was of niet, of het nodig was de cavalerie in te zetten … maar de beelden en berichten deden me terugdenken aan de Groote Oorlog waarin ongeveer acht miljoen paarden en (muil)ezels het leven lieten.

De mens gebruikt als vanouds dieren niet enkel als voedsel, maar sleept ze ook mee in zijn gevechten en oorlogen.

De Eerste Wereldoorlog kostte in totaal aan 37 miljoen mensen het leven, 6,8 miljoen daarvan is geregistreerd als gevecht-gerelateerd. Waar minder mensen bij stilstaan, is dat er tegelijk ook miljoenen dieren werden verwond en gedood. Paarden waren cruciaal voor het vervoer van voorraden, honden waren handig voor het vervoer van boodschappen op slagvelden, om mijnen op te sporen en als patrouillehond.

Toen in 1914 de oorlog begon, had het Britse leger “slechts” 25.000 paarden. De legerleiding diende er nog een half miljoen meer te verzamelen (lees: in beslag nemen of kopen), bij particulieren dus. In een jaar tijd was er op het hele Engelse platteland bijna geen paard meer te vinden. Dit is trouwens ook het thema van “War Horse” een film uit 2011 van Steven Spielberg, gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1982 van de Britse auteur Michael Morpurgo.

De Britse overheid liet onder andere ook een half miljoen paarden overkomen uit de Verenigde Staten. Tussen 1914 en 1917 gingen duizend paarden per dag de oceaan over, waar ze een constant doelwit waren voor Duitse zeeaanvallen. De paarden waren zo belangrijk voor de voortzetting van de oorlog, dat de Duitsers vaak probeerden ze te doden of vergiftigen, nog voor ze het slagveld bereikten. Zelfs uit Nieuw Zeeland bracht het leger, naast soldaten, ook paarden naar het front.

Driekwart van deze dieren kreeg de stempel trekpaard en werd ingezet voor het vervoer en de bevoorrading van de troepen. Het andere deel was bestemd voor de soldaten.

De paarden die naar het front werden gestuurd stierven meestal na 5 tot 6 weken. Ze werden getroffen door machinegeweren en granaten, leden aan schurft of koliek, stierven van de kou, honger, uitputting of door het eten van door mosterdgas vergiftigd gras. In het begin van de oorlog werden overleden paarden nog begraven, later dienden de gestorven dieren al snel om de honger van soldaten en officieren te stillen.

AGONIE

Op 9 mei 2013 werd het kunstwerk “Agonie” van de Ieperse kunstenaar Luc Coomans (1931-2014) onthuld op het kruispunt van de Noorderring en de Bellestraat, op de rotonde ter hoogte van Vlamertinge. Deze plaats werd bewust gekozen en is symbolisch: daar waar de Canadese luitenant Cyril Henry Barraud in augustus 1917 de Evening on the Ypres-Poperinghe Road tekende, daar kreeg het kunstwerk van Luc Coomans zijn plaats.

Evening on the Ypres-Poperinghe Road – Cyril Henry Barraud

Vlamertinge ligt tussen Poperinge en Ieper, een afstand van nauwelijks 12 kilometer bracht de soldaten van de “hemel” naar de ”hel”. Rond Vlamertinge stopte de beschaving en begon de oorlogszone. Hier werden de paarden klaargemaakt om zwaarbeladen karren naar het slagveld te trekken. Paarden die overal opgeëist waren.

Vlamertinghe – ets uit 1914 van Cyril Henry Barraud

“Agonie” is een beeldengroep die het leed van de paarden tijdens de Groote Oorlog uitbeeldt. De internationale naam van het kunstwerk verwijst naar doodsangst, naar lijden, pijn, verschrikking, de laatste ogenblikken van leven. Een doodskreet.

Het draagt een universele boodschap uit: de mens sleept in het oorlogsgeweld de hele natuur mee. Het werk is een aanklacht tegen oorlog en tegen elke vorm van geweld. De paarden zijn gekwetst en richten zich in hun doodsstrijd op. Ze torenen uit boven de ruïne van een woning. De twee paarden staan symbool voor de (vaak vergeten) plaats van de dieren in oorlogsomstandigheden.

In de enkele seconden dat hij de rotonde oprijdt, ziet de gehaaste 21-eeuwse mens de stervende paarden. Als je in de buurt bent, is het zeker de moeite om eens halt te houden bij het kunstwerk – en bij de problematiek.

Lest we forget.

Op het scherp van de snee: Antoine Van Loocke

Zijn roots liggen in Melle en hij kan sappig Gents praten. Hij is een artiest, een kunstenaar pur sang. En bovendien autodidact.

Antoine Van Loocke is een ambachtelijk messenmaker. Het is te zeggen: hij geeft oude messen een nieuw leven. Hij maakt er artistieke juweeltjes van en gebruikt hiervoor enkel natuurlijke materialen: rot hout, slagtanden van een olifant, leer van schoenzolen, ivoren mariabeeldjes, koraal, parels, een kippenpoot … allemaal recuperatiemateriaal.

Vandaar ook de naam van de tentoonstelling die momenteel loopt in de bibliotheek te Melle: “èw ijzer”. Het is alvast de moeite waard om eens langs te gaan en te kijken hoe een creatieve ziel als Antoine Van Loocke “èw ijzer” en “vurt ijt” nieuw leven inblaast.

©Jan Cornelis, 2017

©Jan Cornelis, 2017

Hoe is dat allemaal begonnen Antoine?

“Messen zijn altijd al mijn passie geweest, messen én natuurlijke materialen. Ik was nog heel jong toen ik al oog had voor mooie materialen: een steen, een stuk hout, een stukje ivoor. Ik had een hele verzameling aangelegd, maar het is pas na mijn veertigste dat al die stukken als een puzzel in elkaar gingen passen en dat ik begonnen ben met messen te maken.”

©https://www.knifeforging.com

©https://www.knifeforging.com

Mogen we stellen dat ‘de patattenscheller’ jouw handelsmerk is?

“Eigenlijk ben ik begonnen met kunstmessen, het is pas in 2006 dat ik daarnaast messen ging maken voor de horeca. Ook het ecologisch aspect kreeg meer en meer belang. Ik wou werken op een manier die zo weinig mogelijk belastend is voor het milieu. Ik probeer bij de bewerking van mijn messen een thermische behandeling te vermijden en ga meestal meteen over tot polijsten. Dit betekent dan dat de krassen die op het oorspronkelijke mes zaten, behouden blijven. Maar dat vind ik net zo mooi: een signatuur van het verleden.

©https://www.knifeforging.com

©https://www.knifeforging.com

Daarnaast vind ik ook ruilen heel belangrijk. Aangezien ik mijn ambacht uitvoer in zelfstandig bijberoep, moest alles altijd zo goedkoop mogelijk worden aangeschaft, liefst via ruilhandel. Vandaar dat netwerken zo belangrijk is en dat ik het contact met veel verschillende mensen koester.”

Je bent de eerste kunstenaar die exposeert in de tentoonstellingsruimte van de vernieuwde bibliotheek. Ben je vereerd?

“Ja hoor, voor mij is dit een thuismatch! Ik drijf nogal graag mijn zin door en hier is dit perfect mogelijk, ik ben mijn eigen curator. Ik kan ook afstand nemen en zo mijn eigen tentoonstelling als het ware als bezoeker bekijken, ik ben anders gefocust. Het is mijn eerste (en naar mijn aanvoelen ook mijn laatste) solotentoonstelling.”

Er is ook een samenwerking met het Designmuseum in Gent?

“Mijn messen zijn hedendaags functioneel design en maken deel uit van de vaste tentoonstelling van het Designmuseum (2 collecties Maarten Van Severen en Co), andere werken en 50 ontwerptekeningen van mij maken ook deel uit van het museumarchief en bovendien worden in de museumshop mijn werken verkocht.”

De tentoonstelling in Melle

Wat is er te zien op de tentoonstelling “èw ijzer”?

Antoine: “In 2004 kreeg ik erkenning door het toenmalige VIZO als ontwerper van interieurobjecten en juwelen, uit de periode 1985 – 2018 zijn enkele stukken te zien die onder deze noemer vallen.

De originele vitrine gemaakt voor Horeca Expo – Chef’s Place (enkel toegankelijk op uitnodiging) kan ik hier in de opstelling 2018 exclusief als ‘sneaky preview’ aan de bezoekers tonen.

Doorlopende projectie van 50 ontwerptekeningen, opgenomen in het Design Vlaanderen Archief (Designmuseum Gent). Alsook mijn laatste originele ontwerptekening.

De stoefkast die normaliter in onze living hangt, maar voor deze gelegenheid in situ te bewonderen is.

Er is een ‘Aanraken mag’ opstelling waar je materialen kan voelen, herkennen en terugvinden in de tentoonstelling enz…

Mijn ‘Prentjesboek’, mee te nemen tot einde voorraad …

En centraal staan zes vitrinetafels die zijn gevuld met handgemaakte unicaten, messen gemaakt uit afval en recuperatie, collateral works, prototypes gemaakt in samenwerking en niet te vergeten het werk van de stagiaires … enz.”

Antoine is elk weekend persoonlijk aanwezig tijdens de tentoonstelling. En hij verwacht jullie. Wedden dat velen meer dan één keer zullen terugkeren om al dat moois te gaan bewonderen?

Praktisch

 Nog tot 22 juli:

Iedere vrijdag, zaterdag en zondag van 9 tot 18 uur

Rondleiding na telefonisch contact: +32 474 28 68 50

Openbare Bibliotheek Melle – Kruisstraat 2A – 9090 Melle

Toegang gratis

Logeertip in Pays des Collines : ’t Contrast

Net over de taalgrens ten westen van Ronse, recht tegenover de kerk in het dorpje Russeignies (Henegouwen) baten Nadine en Jan B&B ‘t Contrast uit.

Aanvankelijk was het hun bedoeling de ruime dorpswoning te verbouwen tot een buitenverblijf, maar het viel allemaal een beetje anders uit.  Nadine en Jan namen hier in augustus 2015 definitief hun intrek. Het pand was bovendien groot genoeg om naast een privé leefruimte, ook vier gastenkamers met zithoek, keuken en ontbijthoek te voorzien.

tContrast1

En daar bovenop nog eens een grote zaal die naar gelang de vraag en de omstandigheden wordt gebruikt als vergaderzaal of atelier. Het is in deze ruime hobbykamer dat Nadine ook haar workshops geeft: juwelen rijgen, werken met klei en/of zilverklei, keramiek. Ze maakt en verkoopt ook juwelen, geboortegeschenken, aquarellen, poppen in papier-maché, enz.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Dat Jan een handige harry is en dat Nadine artistieke talenten heeft, zoveel staat vast. Daarvan is hun B&B het sprekende bewijs.

B&B

De vier kamers zijn ingericht met oog voor detail. Elke kamer is verschillend van inrichting, van kleur, van sfeer. De materialen en de decoratie zijn met zorg gekozen, veel oude spullen kregen hier een nieuw leven. Bij de vele oude foto’s in prachtige kaders, bij sommige meubeltjes en zelfs bij de wastafel in de badkamer van de blauwe kamer bijvoorbeeld hoort een apart verhaal – soms omdat ze tweedehands zijn, soms omdat ze uit de huizen zijn gehaald waar Jan of Nadine als kind woonden of op bezoek kwamen.

Jan en Nadine gaven deze herinneringen uit vorige levens, foto’s van (over)grootouders, oudtantes en ooms, maar ook recent beeldmateriaal een plaatsje in hun B&B. Geen strakke muren of koude materialen, maar kussens, boekenkasten en kerkstoeltjes. Het voelt een beetje als thuiskomen in de gezelligheid van een ver verleden.

Elke kamer heeft een eigen badkamer, de grootste heeft zelfs een infraroodsauna.

De B&B kan ook gehuurd worden door groepen, die dan meteen ook gebruik mogen maken van de ingerichte keuken.

Ontbijt en andere voorzieningen

In ’t Contrast wordt je als gast hartelijk ontvangen. Al je wensen kunnen worden besproken en worden – zo mogelijk – ook ingewilligd. Hoe laat je wil ontbijten en of er daarbij speciale voorkeuren zijn? Wij kregen een koninklijk ontbijt voorgeschoteld met alles erop en eraan, alles stond klaar op het uur dat wij hadden voorgesteld, een hele tafel vol voor ons twee. Jan vroeg hoe we onze eitjes het liefst aten en ging er meteen mee aan de slag. Er werd niet gevraagd of er koffie of thee gewenst was, er stond zowel een koffiekan als een theepot op de ontbijttafel.

De hele dag door zijn frisdranken en verschillende biertjes te verkrijgen. Voor wie eventjes in de (voor de gasten aparte) tuin wil verpozen met een boek en een drankje, of in de knusse zithoek waar ook een televisie en een CD-speler vrij mogen worden gebruikt. Er is zelfs een kleine bibliotheek.

'ContrastZithoek2

Tijdens een verblijf in de gastenkamers kan eveneens een creatieve workshop worden geboekt voor een of meerdere (namid)dagen. Finse sauna en fietsverhuur zijn mogelijk op aanvraag. In de eetruimte staan mappen boordevol leaflets en brochures met evenementen en bezienswaardigheden in de buurt, kaarten voor fiets- en wandeltochten, enz.  Nadine en Jan adviseren je graag bij het plannen van je uitstappen en zoek je bijvoorbeeld een adres voor een gezellig etentje, dan krijg je niet enkel tips en advies, maar reserveren gastheer of gastvrouw met plezier een tafeltje voor jou.

Omgeving

tContrastOmgevingRusseignies ligt aan de voet van de Kluisberg, het Muziekbos ligt aan de andere kant van Ronse. De talrijke heuvels van de Vlaamse Ardennen en het Pays des Collines liggen op wandel- of fietsafstand.

Steden in de nabije omgeving zijn Ronse, Oudenaarde, Kortrijk, Doornik en Bergen.

Evenementen

Ter gelegenheid van de Ronde van Vlaanderen en andere voorjaarsklassiekers, de Fiertelommegang van Ronse, de Omloop van Kluisbergen en andere sportieve evenementen in de buurt, kunnen speciale arrangementen worden geboekt in ‘t Contrast. Het parcours van veel van deze koersen en ommegangen loopt immers door het centrum van Russeignies of in de omliggende straten en op die dagen moet je snel zijn om een kamer te kunnen boeken.

Info

Alle informatie over de B&B en over de workshops en extra foto’s kan je vinden op de website van ’t Contrast.

Guy Timmerman zegt het met beelden

Guy Timmerman exposeert de komende weken in de tentoonstellingsruimte Transept (en in de tuin er rond) van PC Caritas. We gingen twee keer kijken: een keer overdag en een keer ’s avonds – want de beelden van Guy Timmerman leven mee met licht en duisternis. We hadden ook een gesprek met de kunstenaar. 

Armen omphoog 2

De mens

De sculpturen van Guy Timmerman stellen allemaal ‘de mens’ voor, in alle mogelijke houdingen en dimensies, groot of klein, met of zonder attributen. Meestal kloppen de proporties niet en toch zijn ze op de een of andere manier harmonisch. Wat opvalt: elk beeld ademt een unieke sfeer uit, drukt een emotie uit, en geen twee beelden zijn dezelfde.

peren

‘Het is logisch dat ik beelden maak van mensen, vanuit mijn mens-zijn’, zegt Guy, ‘ons lichaam is zó belangrijk. We willen graag geloven dat ons lichaam van ons is, wij dénken dat,  maar niets is minder waar … plots wordt ons lichaam ziek of begint het een kanker te ontwikkelen en wij hebben daar absoluut geen vat op.’

Guy Timmerman houdt een pleidooi voor de taal van het beeld, voor de zintuiglijke waarneming. ‘Ik hou van verrassingseffecten,’ zegt Guy, ‘ik zeg altijd aan mijn leerlingen dat ze naar hun creaties moeten kijken als stonden die op een rond punt: je mag nooit aan één kant alles prijsgeven, telkens je het van een andere invalshoek bekijkt, moet je iets nieuws kunnen (laten) zien.’

beeld3 beeld2beeld1

Het ontstaan van een beeld

‘Voor ik beelden maakte, heb ik tien jaar getekend, mijn tekeningen blijven het kloppend hart van mijn werk.’ Op deze schetsen kan je letterlijk zien hoe een werk tot stand komt, er worden als het ware verschillende houdingen uitgetest. De houding van het beeld is enorm belangrijk.

‘Ik zit soms lang te broeden op een creatie’, verduidelijkt Guy. ‘Er zit een wereld in mijn hoofd waar het lekker vertoeven is, die in veel verschilt van de wereld waarin wij leven. Maar mijn ontwerpen moeten wel kloppen met de wereld buiten mijn hoofd. Wat ik zie, bijvoorbeeld in het televisiejournaal, heeft soms een grote impact op mij, ik neem veel indrukken zwaar binnen.’

Verwoorden wij het juist dat Guy Timmerman de indrukken die hij binnenkrijgt van de wereld rond hem en de gevoelens die hij daarbij ervaart, tot uitdrukking probeert te brengen in zijn beeldhouwwerken?

Uitdaging

Waar Guy enorm van houdt, zijn fysieke uitdagingen: ‘Bepaalde beelden vragen gewoon om in groot formaat te worden uitgevoerd. Een beeld dat groter is dan de mens die het creëerde kan heel imposant zijn.’

de wolken doorprikkend de wolken doorprikkend3

‘Wat ook enorm boeiend is’, zegt Guy, ‘is dat bij grote kunstwerken vaak met heel veel factoren moet rekening gehouden worden: de stabiliteit van het beeld, de interactie met de omgeving waarin het zal geplaatst worden, de fysieke mogelijkheid om het uit te voeren tout court: soms moet ik raad vragen aan ingenieurs en komen er ingewikkelde berekeningen aan te pas, maar daar hou ik dus van.’

bellenblazerZo denkt Guy er bijvoorbeeld over na om een beeld te creëren van enkele meters hoog dat echt bellen blaast. Er bestaat al een machine die bellen blaast, maar die is te groot en te zwaar om in het hoofd van een beeld geplaatst te worden, bovendien moet het mogelijk zijn de bellenblazer regelmatig bij te vullen zonder telkens weer een hoge ladder te moeten opklimmen. Dit is een project waar grondig denkwerk en studies zullen aan voorafgaan vooraleer met de creatie ervan kan worden gestart.

Voorbeelden

Timmerman liet zich voor zijn tekeningen in het begin vooral inspireren door René Magritte (La Condition Humaine) en hij heeft veel bewondering voor het werk van Auguste Rodin.kijk omhoog blauw

Hij vertelt hoe Rodin ooit de opdracht kreeg een standbeeld te maken van Honoré de Balzac en daaraan begon door eerst onderzoek te doen en materiaal te verzamelen. Hij maakte talloze versies van het beeld, maar worstelde met de impasse een sierlijk beeld te maken van de kleine en corpulente Balzac. Tot hij op een avond bij kaarslicht zag hoe zijn kamerjas rond zijn eigen lichaam gedrapeerd was en hij zijn oplossing had gevonden.

Een heerlijk verhaal dat Guy met passie vertelt, al beweert hij zelf dat hij de taal van het woord niet zo goed beheerst als de taal van het beeld. De vraag is of dat ook nodig is, als je de kunst bezit om je gedachten en gevoelens op zo’n doorleefde manier in en door beelden tot uiting te brengen.

(Verder informatie vind je op de website van Guy Timmerman)

1066 Country: erfgoed, kunst en antiek

1066 Country ligt in het zuidwesten van Engeland en ontleent zijn naam aan de grootste en bloedigste veldslag uit de Britse geschiedenis, die er in het jaar 1066 plaatsvond. Naast een rijk historisch erfgoed vind je er pittoreske stadjes met authentieke winkeltjes, kunstgalerijen en antiekzaken.

Battle

Battle Abbey De historische strijd tussen Willem de Veroveraar en de Engelse koning Harald vond niet plaats in Hastings zelf, maar op een open veld zo’n tien kilometer landinwaarts, waar later Battle zou worden gesticht.

Om zijn overwinning te vieren, liet Willem De Veroveraar in 1095 een abdij bouwen op de exacte plaats waar zijn rivaal Harold het leven liet. De ruïnes van Battle Abbey zijn zeker een bezoek waard en het slagveld ligt er nog grotendeels bij zoals het er in 1066 moet hebben uitgezien.

Saffron Gallery

Battle is een gezellige stad met kleine musea op de hoek van elke straat en winkeltjes die je terugvoeren naar een ver verleden. Een aanrader is Saffron Gallery in High Street, een kunstgalerij die werk van zowel internationaal befaamde als van lokale kunstenaars tentoonstelt. Deze galerij heeft een schitterende reputatie verworven omdat ze de enige is buiten Londen die dergelijke artistieke kwaliteit biedt.

Hastings

We rijden naar Hastings, een kuststadje dat zich lijkt te verschuilen tussen twee rotsen aan de zee.

Hastings-strand

Piece of Cheese

Piece of Cheese

Smalle steegjes (twittens) die de grote straten met elkaar verbinden, zijn er in Hastings in overvloed. Sommige zijn zo smal dat je er zo voorbijloopt. En dat zou jammer zijn, want in de twittens ontdek je de unieke achtertuintjes van Hastings. In één twitten schuilt bijvoorbeeld Sinnock Square, waar op amper 40 vierkante meter een bonte collectie van potplanten te vinden is. Ook niet te missen is Piece of Cheese, een hoekhuis dat zijn naam dankt aan zijn opvallende vorm en kleur en dat nu als B&B kan worden afgehuurd. In een derde twitten, de steile verbindingsweg naar Oxford Terrace, vindt elk jaar in augustus een wel erg bijzondere wedstrijd plaats: deelnemers moeten dan op een oude, volgeladen boodschappenfiets de helling op zonder dat ze het briefje van 5 pond verliezen dat onder hun billen op het zadel wordt gelegd.

hastingsSinnock Square

Van op Oxford Terrace heb je een prachtig uitzicht op de zee en op de haven. Van oudsher meren de schepen in Hastings niet aan in een dok, maar worden ze op het strand getrokken. Vanop het terras zie je een honderdtal zwarte dozen op het strand staan: de nethuizen, waar vissers dagelijks hun vangst aan de man brengen.

In de oude haven is een intact exemplaar van een vissersboot te bewonderen in Fishermen’s Museum, gehuisvest in de vroegere Sint-Niklaaskerk. In het Shipwreck Museum een eindje verderop, wordt een schat aan vondsten uit gestrande schepen tentoongesteld.

Jerwood Gallery is een opmerkelijk gebouw, waarvan de buitenkant bekleed is met meer dan 8.000 zwarte keramische tegels, die met de hand geglazuurd zijn en het licht reflecteren. Jerwood Gallery werd geopend in 2012 en herbergt kunstwerken van de Jerwood Stichting, voornamelijk Britse kunst van de 20ste en 21ste eeuw. Je vindt er werken van kunstenaars als Sir Stanley Spencer, Laurence Stephen Lowry en Augustus John. Er is ook een tijdelijke tentoonstellingsruimte.

George Street en High Street zijn gezellige straten met typisch Britse winkels, bars en restaurantjes. We eten overheerlijke verse visgerechten in Webbe’s restaurant in de oude haven. Webbe’s heeft verschillende restaurants én een kokschool in 1066 Country.

Bexhill

DeLaWarPavillionNaast Hastings ligt Bexhill-on-Sea, een typisch Engels kuststadje waar in 1935 het De La Warr Pavilion werd gebouwd, het eerste modernistische gebouw van Groot-Brittannië. Het De La Warr Pavilion doet tegenwoordig dienst als cultureel centrum van Bexhill. Behalve exposities van plaatselijke kunstenaars worden er ook openluchtfilms vertoond en Random Fridays georganiseerd, waarbij op vrijdag telkens een verrassingsoptreden plaatsvindt in het auditorium van het complex. Ook overdag is het gebouw een bezoek waard, je kan er lunchen met een uitzonderlijk mooi panorama over strand en zee.

DeLaWarPavillion1

Eras of Style

We bezoeken in Bexhill de antiekzaak Eras of Style. Deze is ondergebracht in de gebouwen van het vroegere West Station, die niet langer dienst doen als stationsgebouw sedert de spoorlijn werd afgeschaft. Hier vind je antiek, brocante en vintage bij de vleet.

Rye

RyeWe verlaten Sussex langs Rye, het havenstadje dat in de 16de eeuw verzandde en nu twee kilometer landinwaarts ligt.

Rye is gekenmerkt door zijn keienstraatjes en witgekalkte huisjes in middeleeuwse, Tudor- en Georgiaanse stijl . Hier zijn veel  kleine snuisterboetiekjes, boekhandels, kunstgalerijen en theehuisjes. Vooral antiekliefhebbers komen hier ruimschoots aan hun trekken, met enkele niet te missen antiekhuizen aan ‘The Strand’.

Gelukkig zijn er nog zekerheden in het Engelse leven en de tearoom is er daar één van. We genieten van onze cream tea in The Apothecary, een oude apotheek die nu als theehuis is ingericht.

The Apothecary

Reisinfo

Toeristische dienst 1066 Country: http://ww.visit1066country.com
Overtochten: http://www.POferries.be – 070/70.77.71 – 23 overtochten per dag
Saffron Gallery – Battle: http://ww.saffrongallery.co.uk
Jerwood Gallery – Hastings: http://www.jerwoodgallery.org
De La Warr Pavilion – Bexhill: htpp://www.dlwp.com
Eras of Style – Bexhill:  http://www.erasofstyle.com
Overnachten :Northrise Lodge Bed and Breakfast: http://www.northriselodgehastings.co.uk
Eten: http://www.webbesrestaurants

Keramist Marc Roos

Marc Roos uit Melle is keramist, een kunstenaar in keramiek. Hij verwoordt het zelf als volgt: ‘Klei, inspiratie, vuur en passie, samen vormen ze de beginselen voor de realisatie van de kunst in keramiek’. 

Keramiekroma1Marc Roos werkte voor het eerst met klei samen met zijn dochter. Maar wat begon als een spel, groeide voor hem uit tot een passie en tot pure kunst: ‘Ik begon met een cursus te volgen in Merelbeke. Van 2004 tot en 2009 verdiepte ik me aan de Academie van Wetteren in het glazuren. Van 2009 tot 2012 volgde ik de specialisatiegraad aan de Sint Lucas Academie te Gent waar ik me vooral toelegde op vormgeving.’

Prijzen

Van 7 tot 15 december dit jaar zal Marc Roos deelnemen aan  de Internationale Keramiektentoonstelling ‘Den Breughel’ in Haacht. ‘Daar zal ik tussen enkele belangrijke keramisten van deze tijd staan’, zegt Marc bescheiden. ‘Dat heb ik te danken aan het feit dat ik dit jaar de gouden medaille won op de Europese wedstrijd tentoonstelling EKV (Europese Kunst Verdienste) in De Panne. Op basis daarvan werd ik geselecteerd om deel te nemen in Haacht’.  Vorig jaar won Marc Roos op dezelfde tentoonstellng de zilveren medaille (prijs van de voorzitter).

keramiekroma7

Het werk van Marc Roos

keramiekroma11Marc stelt glazuren, engobes en raku tentoon, maar ook zijn meer recente werk: dit wordt laagje per laagje gecreëerd en daarna afgewerkt met oxydes, hier wordt urenlang werk in geïnvesteerd.  Elke creatie is prachtig en uniek.

Marc Roos weet nooit op voorhand hoe een werk er precies zal uitzien. Hij gaat af op het gevoel en laat zijn creaties evolueren in balans met zijn emotie. Het resultaat vertaalt zich in beelden waar het gevoel van afstraalt.

Tentoonstellingen in 2013

Van 9 tot 11 november neemt Marc Roos deel aan de tentoonstelling in de Garemijnzaal te Brugge en van 7 tot 15 december aan de Internationale Keramiektentoonstelling “Den Breughel” Haacht. Via deze link krijg je op de website van de Internationale Keramiekbiennale een overzicht van de kunstenaars die deelnemen aan de tentoonstelling in Haacht.

Verdere info vind je terug op de website Keramiekroma.

De kunstbiënnale te Melle Frankrijk

Wil je graag nog dit jaar in Melle Frankrijk een kijkje gaan nemen, dan raden we ten stelligste aan dit te doen vóór eind september, omdat je dan nog de kunstbiënnale kan meepikken. Deze ‘Biennale internationale d’art contemporain de Melle’ (van 22 juni tot 29 september 2013) wordt dit jaar al voor de zesde keer georganiseerd en bestaat dus al tien jaar. We hadden hierover een gesprek met Françoise Lemaire, premier adjoint (zeg maar eerste schepen) te Melle, die bevoegd is voor cultuur, toerisme en patrimonium.

BiënnaleMelle23

Voorgeschiedenis

‘Melle was al heel vroeg een belangrijke stad omdat hier de geldstukken werden gemaakt met het zilver uit onze zilvermijnen’, zegt Françoise Lemaire. ‘Melle is lange tijd een sous-préfecture geweest en ligt ook op de weg naar Compostella, vandaar dat hier destijds op korte afstand van elkaar vele architecturale pronkstukken werden gebouwd, bijvoorbeeld de drie Romaanse kerken en een gerechtsgebouw (Hôtel de Ménoc).

Toen al deze glorie een beetje uitgedoofd raakte, wou men in Melle graag iets doen om het waardevolle patrimonium te herwaarderen.’

Madame Lemaire vertelt verder: ‘In 1977 werd Jean Bellot verkozen tot burgemeester. Spekslager Bellot was een autodidact die was gepassioneerd door kunst, natuur en milieuzorg. Hij had bijzonder veel goede ideeën en één ervan was om de kaart van het toerisme te trekken. Om ’s zomers veel mensen naar Melle te lokken, organiseerde hij tentoonstellingen in de kerken Saint Pierre en Saint Savinien. Jean Bellot kende veel kunstenaars en ambachtslui persoonlijk en hij nam het grootste deel van de organisatie op zich.’

De oorspronkelijke bedoeling van de kunsttentoonstellingen was om mensen van kunst te laten genieten in de leegstaande historische gebouwen en kerken en hen zo meteen ook de prachtige architectuur te laten herontdekken.

BiënnaleMelle35

Ontstaan van de Biënnale

Na drie legislaturen werd Jean Bellot opgevolgd door Pierre Poupin, een burgemeester die iets minder gepassioneerd was door kunst en cultuur. Op dat moment namen Françoise Lemaire en de huidige burgemeester Yves Debien, die toen al in de gemeenteraad zetelden, de taak op zich om het artistieke werk van Bellot verder te zetten, waarbij de ex-burgemeester van op de zijlijn alles stipt bleef opvolgen en bijsturen.

In 2003 werd de eerste Biënnale georganiseerd met eigentijdse kunst. Van bij de eerste editie werd Dominique Truco aangesteld als artistiek directeur. ‘Dominique is degene die de Mellenaars en de tentoonstelling met elkaar verbindt’, zegt Françoise Lemaire, ‘zij is van onschatbare waarde voor de organisatie van onze Biennale.’

De deelnemende kunstenaars komen van over de hele wereld en zijn zeker niet de minste. Op de website van de Biënnale kan je zien wiens werken dit jaar worden geëxposeerd. In 2011 kwamen 30.000 bezoekers naar Melle om de Biennale d’art contemporain te bekijken en dit jaar zal dit aantal wellicht ook worden bereikt, zoniet overschreden.

BiënnaleMelle33

Budget

We zijn benieuwd naar het kostenplaatje. Wie betaalt dit allemaal?

Françoise Lemaire: ‘De Biennale wordt gerealiseerd door de stad Melle, met de steun van de Région Poitou-Charentes, het Ministerie van cultuur en communicatie, de DRAC Poitou-Charentes (DRAC: Direction régionale des affaires culturelles), de Conseil général van het departement Deux-Sèvres en niet te vergeten de steun van de vele sponsors en handelaars uit Melle.

De totale kostprijs van een biënnale bedraagt 270.000 euro, waarvan de Région 120.000 euro voor haar rekening neemt, het Département 15.000 euro, de DRAC 47.000 euro en de rest wordt door de stad zelf en door de sponsors ten laste genomen.’

Dit is bovendien geen eenmalige inspanning, het betreft een biënnale – wat betekent dat om de twee jaar hetzelfde budget weer moet worden voorzien.

Biënnale 2013

Om de twee jaar is in Melle gedurende drie maanden kunst overal in het straatbeeld aanwezig. Er worden werken van internationaal bekende hedendaagse kunstenaars tentoongesteld in kerken en openbare gebouwen, in parken en weiden, in handelszaken, enz.

Meer foto’s vind je terug via deze link.

Informatie

Voor een overzicht en alle informatie in verband met de Biënnale kan je terecht op de website van de biennale-melle.fr.

Voor algemene informatie (accommodatie, evenementen, bezienswaardigheden, toeristische diensten, praktische info enz.) kan je terecht op de website van Atout France.

Interview: Wim Delvoye

Een van de bekendste hedendaagse kunstenaars woont in Melle: beeldend kunstenaar Wim Delvoye. In het najaar van 2012 vroegen wij een gesprek met hem en werden we heel gastvrij ontvangen op zijn kasteel ‘de Bueren’.

WimDelvoye

Wim Delvoye is net terug uit Shangai, waar na Venetie (2008 – Peggy Guggenheim), Parijs (2009 – Musée Rodin) en Brussel (2010 – Horta’s Bozar ) zijn ‘Torre’ (foto nr 2) werd tentoongesteld. ‘Jawel, dezelfde toren die in de tuin van mijn kasteel in Melle niet mocht overeind staan omdat hij te hoog is (12 meter)’, zegt Delvoye en wijst daarbij naar de drie windturbines (135 meter hoog) die boven de bomen van de kasteeltuin uittorenen.

‘Het is allemaal een kwestie van twee maten en twee gewichten.,’ zucht Wim Delvoye.
De toon is gezet.

We lieten ons tijdens het bezoek aan ‘de Bueren’ bijstaan door twee deskundigen: Hendrik Hendrickx, professor architect, professor faculty engeneering, departement of architectural engeneering (op rust) aan de VUB, en Dany Cottenie, voormalig stedenbouwkundig ambtenaar-bouwinspecteur aan de stad Gent met 38 jaar ervaring. Dany leerde Wim Delvoye kennen toen hij als eerste schepen bevoegd was voor vergunningenbeleid. Dany was destijds als waarnemend burgemeester ter plaatse bij een eerste politiebezoek voor stillegging.

Wim Delvoye en professor Hendrik Hendrickx, voor kasteel 'de Bueren'

Wim Delvoye en professor Hendrik Hendrickx voor kasteel ‘de Bueren’

Dany: ‘Omdat ik dit ongelooflijk betreurde en ook besefte dat deze wereldkunstenaar geen slechte bedoelingen had, heb ik hem medegedeeld dat ik mijn ervaring en mandaat zou aanwenden om zijn zaak te steunen. Ik heb hem daarbij uitgelegd dat ik dit zou doen door de wetgeving op de ruimtelijke ordening niet als pestinstrument te gebruiken, maar veeleer door het als een ad hoc benadering te hanteren, gezien zo’n dossier geenszins een courante stedenbouwkundige aangelegenheid omvat. ‘

Waar het fout liep

Delvoye wou ‘de Bueren’ in zijn originele staat herstellen en het domein uitbouwen tot een sculpturenpark. Maar bij de eerste werken, het dreggen van de vijver, liep het al meteen fout. Er bleek iets niet in orde te zijn met de vergunningen voor het baggeren zelf en voor het verwerken van het slib.

Bovendien kwam er protest vanwege het Agentschap Natuur en Bos, omdat door het dreggen het niveau van de watertafel daalde en dit volgens hen een te grote impact had op de plaatselijke fauna en flora.

Dany Cottenie: ‘De slibmassa was afkomstig van oeverinkalving en vooral van rottende bladeren. Door de uitgraving kreeg de vijver een grotere buffercapaciteit. Bovendien kon door het reinigen van de duikers (doorstromingsbuizen) het water ook beter afvloeien naar de Schelde. Hierdoor is een massa water uit de vijver en – gelet op de wet van de communicerende vaten – ook water uit de wijde omgeving, blijven afvloeien naar de Schelde toe. De waterspiegel is door de baggerwerken inderdaad een dertigtal centimeter gezakt, wat in feite veel is, gezien hierdoor de watertafel ondergronds in de zeer ruime omgeving lager komt te liggen. Maar zo keert men ook terug naar de originele fauna en flora zoals die bestonden ten tijde van de bouw van het kasteel in de achttiende eeuw.’

Wim Delvoye: ‘De broer en zus die hier nog woonden toen ik eigenaar werd, waren verpauperde adel. Hun enige bezit was het kasteel en het park, zij leefden armtierig en teruggetrokken. Er was ook meer dan dertig jaar niets gedaan aan de grachten of de gebouwen. Elke verbouwing of renovatie die ik hier uitvoer kost handenvol geld en wordt volledig door mezelf gefinancierd, ik vraag aan niemand subsidies. En ik ga echt niet onbezonnen tewerk.’

Professor Hendrickx: ‘Als kind woonde ik hier in de buurt en kwam ik veel spelen in het bos en rond het kasteel. Ik maakte het verval van het kasteel mee en vreesde dat dit mooie gebouw verder zou verkommeren en uiteindelijk verloren zou gaan door een gebrek aan onderhoud en bewoning. Ik was dan ook heel blij toen ik vernam dat Wim Delvoye de nieuwe eigenaar werd en toen ik zag dat hij het kasteel begon te renoveren met respect voor het oorspronkelijke concept. Groot was mijn verbazing toen hij bijvoorbeeld geen toelating kreeg om dubbel glas te plaatsen in de ramen, terwijl dit perfect mogelijk is zonder afbreuk te doen aan de authenticiteit van het gebouw.’

Diverse Vlaamse agentschappen, waaronder het Agentschap Natuur en Bos, Stedenbouw en Ruimtelijke ordening volgen elke beweging op en rond het kasteel met argusogen en zien blijkbaar elk herstel als een overtreding. Het kasteelpark is op het gewestplan ingekleurd als parkzone. Dat wil zeggen dat enkel park-gelinkte constructies en ditto gebruik toegelaten is: er wonen mag, een hotel uitbaten niet. Er mogen bijvoorbeeld wel banken en beelden worden geplaatst omdat die ook thuishoren in een park.

Geen bescherming

Wim Delvoye: ‘Mijn bedoeling is inderdaad alles, zowel het kasteel als het park, zo goed als mogelijk terug te brengen tot de oorspronkelijke staat. Ik beschik over originele plannen en archiefmateriaal die daarbij als referentie dienen.

Wim_Delvoye_buurtweg1

Maar er zijn ook wetten en verboden die een rechtstreekse bedreiging uitmaken voor mijn eigen veiligheid. Zo mag ik bijvoorbeeld geen beveiliging rondom het kasteel plaatsen. Ik voel me niet veilig in het kasteel, net als de vorige bewoners die destijds zelfs gehomejacked werden. Ik voel me hier als een conciërge van een gemeentepark. Van op de buurtweg nét achter het kasteel heeft iedereen een rechtstreekse inkijk, of erger nog: rechtstreeks toegang tot de woning. ik voel me echt onveilig.

WimDelvoye_zwerfvuil2.jpg.

De helft van het park, aan de andere kant van de buurtweg (zo’n 9 ha) ben ik omzeggens kwijt aan het publiek. Bovendien laten sommige wandelaars zwerfvuil achter. Ook die vervuiling stemt me moedeloos.

Er is zogenaamd bescherming overdag – niet ’s nachts – maar ik mag niet op eigen initiatief voorzien in bescherming, zelfs niet ’s nachts. Ook mijn aanvraag tot het verplaatsen van de buurtweg naar de achterkant van het park (met eveneens toegang tot de beukendreef) werd afgewezen.

En de provincie wil bovendien dat ik belastingen betaal voor die buurtweg – ieder jaar opnieuw 30.000 euro. Het kan toch niet zijn dat ik zo gestraft wordt, iedere dag opnieuw, dat ze me afpersen en uitbuiten. Een kafkaiaanse vorm van regelneverij noem ik het.’

Respect voor de natuur

Delvoye betaalt zich blauw aan advocaten en procedures waarin hij is gedagvaard door milieuorganisaties.

Wim Delvoye: ‘Ik weet niet waarom iedereen denkt dat ik de natuur en het milieu niet zou respecteren – het tegendeel is waar. Onlangs nog heb ik kunnen verhinderen dat een naburige boer acht rode beukenbomen zou rooien, al heeft het me veel moeite en geld gekost.

Ieder jaar brengt de ‘Vleermuizenwerkgroep’ een bezoek aan de ijskelder voor de jaarlijkse wintertelling van vleermuizen. Sinds de aankoop van ‘de Bueren’ hebben wij veel maatregelen getroffen om de spreidingskansen van de vleermuis te bevorderen. Ik maakte daar een erezaak van.

Ieder jaar telt de werkgroep minder vleermuizen, en de uitzonderlijke soorten zijn er de laatste tijd niet meer bij. De boosdoeners zijn de windmolens: er sneuvelen heel veel vleermuizen omdat ze in de buurt van de wieken getroffen worden door onderdruk, met inwendige bloedingen tot gevolg. Vleermuizen ontwijken wel de wieken, maar niet de luchtstromen die door de wieken worden veroorzaakt. En dit leidt tot inwendige bloedingen. Eigenlijk mogen er geen windmolens komen in vleermuisgevoelige gebieden.
Het is dus niet enkel omwille van de visuele esthetiek dat ik iets heb tegen de drie windmolens die hier in Melle werden geplaatst. Zij brengen meer schade toe aan het milieu dan we vermoeden. En ik daarentegen mag nog geen betonnen sokkel plaatsen om te vermijden dat mijn beelden scheefzakken …

Nog een voorbeeld van twee maten en twee gewichten: op de velden rondom mijn park wordt met pesticiden gewerkt. Het gebruik van giftige stoffen trekt het grondwater naar beneden, zodat er het jaar daarop nog meer onkruid groeit tussen de maïs, en de boer het jaar daarop nog meer giftige stoffen moet gebruiken. Het is een vicieuze cirkel.
Maar ik mag nog geen grintweg opkuisen of er komt protest.’

Een oplossing in zicht

Stakingsbevelen, dwangbevelen, boetes, administratieve sancties, … Wim Delvoye kreeg en krijgt er nog bijna dagelijks mee te maken: ‘Ik ben nochtans echt geen milieudelinquent, maar ik voel me wel geviseerd. Ik heb echt het gevoel dat de wetgeving als pestinstrument tegen mij wordt gebruikt.’

Wim Delvoye, Dany Cottenie en professor Hendrickx

Wim Delvoye, Dany Cottenie en professor Hendrickx

Dany Cottenie: ‘Minister Van Mechelen antwoordde ooit op een vraag van toenmalig
parlementslid Joke Schauwvlieghe, met betrekking tot kasteelparken, dat dergelijke zaken ad hoc dienen te worden behandeld. Er zijn buitensporig veel regels en wijzigingen in de stedenbouwwetgeving, regels die er gekomen zijn door gebrek aan burgerzin binnen een alsmaar slordiger en steeds meer respectloos wordende maatschappij.

Geen enkele wet is opgewassen tegen slechte wil. Het gezond verstand gebiedt de wetgeving te gebruiken waarvoor ze eigenlijk is gemaakt: het oplossen van
problemen. Kortom op een flexibele wijze deze wetten toepassen, met gevoel voor rede, rekening houdend met alle omstandigheden: plaats, tijd, tijdsgeest, goede wil van alle betrokkenen, omgevingsfactoren, het algemeen belang. Gezond verstand is hier primordiaal.’

Professor Hendrickx: ‘Ik ben er ook van overtuigd dat enkel met gezond verstand en geduld tot een oplossing kan worden gekomen. Daarom heb ik ook positief geadviseerd toen Wim me zei dat hij overweegt om een masterplan op te stellen.’

Dany Cottenie: ‘Als er een masterplan wordt opgesteld met duidelijke vermelding waar welke kunstwerken precies zullen worden opgesteld in het park, kan de Vlaamse Overheid een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opstarten.’

Wim Delvoye: ‘Ik geloof niet dat ik dat nog zal meemaken. Iedereen weet van mijn plannen en ik moet nog ruimte hebben voor improvisatie. Ik moet constant opboksen tegen regels en wetten waar niemand het nut van inziet. Deze administratieve mallemolen is de oorzaak van de verloedering van onze natuur en van ons erfgoed. De overheid maakt jacht op de mensen die zich verantwoordelijk opstellen. Het gebruik van een Engels woord moet de inefficiëntie van onze beleidsmakers verhullen. Klinkt allemaal zo professioneel ‘Masterplan’. De overheid moet nu eens stoppen met zinloos geweld te gebruiken tegen zijn eigen burgers.’

Dus je zal ‘de Bueren’ dan toch niet verkopen?

Delvoye: ‘Daarvoor heb ik er al te veel tijd, energie en geld in gestoken. Bovendien stel ik er mensen tewerk en wil ik ook die verantwoordelijkheid niet ontlopen. De vorige bewoners werden bang gemaakt, ze werden bedreigd en uitgescholden. Ik wil niet zoals die mensen worden. Ik wil niet angstig achter een gordijn staan gluren. Iedereen heeft toch het recht zich thuis veilig te voelen? En dat mis ik hier, ik heb ook te weinig vertrouwen in de omgeving om in kwaliteit te blijven investeren. Iedere keer als ik op het kasteel thuiskom, ga ik angstig kijken of al mijn bronzen er nog staan. Zo kan ik toch niet werken? Die situatie heeft een negatief effect op mijn creativiteit. We leven in een Marxistisch land.’

Zou het spreekwoord dan toch waar zijn: geen sant in eigen land … ?