Een van de bekendste hedendaagse kunstenaars woont in Melle: beeldend kunstenaar Wim Delvoye. In het najaar van 2012 vroegen wij een gesprek met hem en werden we heel gastvrij ontvangen op zijn kasteel ‘de Bueren’.

Wim Delvoye is net terug uit Shangai, waar na Venetie (2008 – Peggy Guggenheim), Parijs (2009 – Musée Rodin) en Brussel (2010 – Horta’s Bozar ) zijn ‘Torre’ (foto nr 2) werd tentoongesteld. ‘Jawel, dezelfde toren die in de tuin van mijn kasteel in Melle niet mocht overeind staan omdat hij te hoog is (12 meter)’, zegt Delvoye en wijst daarbij naar de drie windturbines (135 meter hoog) die boven de bomen van de kasteeltuin uittorenen.
‘Het is allemaal een kwestie van twee maten en twee gewichten.,’ zucht Wim Delvoye.
De toon is gezet.
We lieten ons tijdens het bezoek aan ‘de Bueren’ bijstaan door twee deskundigen: Hendrik Hendrickx, professor architect, professor faculty engeneering, departement of architectural engeneering (op rust) aan de VUB, en Dany Cottenie, voormalig stedenbouwkundig ambtenaar-bouwinspecteur aan de stad Gent met 38 jaar ervaring. Dany leerde Wim Delvoye kennen toen hij als eerste schepen bevoegd was voor vergunningenbeleid. Dany was destijds als waarnemend burgemeester ter plaatse bij een eerste politiebezoek voor stillegging.

Wim Delvoye en professor Hendrik Hendrickx voor kasteel ‘de Bueren’
Dany: ‘Omdat ik dit ongelooflijk betreurde en ook besefte dat deze wereldkunstenaar geen slechte bedoelingen had, heb ik hem medegedeeld dat ik mijn ervaring en mandaat zou aanwenden om zijn zaak te steunen. Ik heb hem daarbij uitgelegd dat ik dit zou doen door de wetgeving op de ruimtelijke ordening niet als pestinstrument te gebruiken, maar veeleer door het als een ad hoc benadering te hanteren, gezien zo’n dossier geenszins een courante stedenbouwkundige aangelegenheid omvat. ‘
Waar het fout liep
Delvoye wou ‘de Bueren’ in zijn originele staat herstellen en het domein uitbouwen tot een sculpturenpark. Maar bij de eerste werken, het dreggen van de vijver, liep het al meteen fout. Er bleek iets niet in orde te zijn met de vergunningen voor het baggeren zelf en voor het verwerken van het slib.
Bovendien kwam er protest vanwege het Agentschap Natuur en Bos, omdat door het dreggen het niveau van de watertafel daalde en dit volgens hen een te grote impact had op de plaatselijke fauna en flora.
Dany Cottenie: ‘De slibmassa was afkomstig van oeverinkalving en vooral van rottende bladeren. Door de uitgraving kreeg de vijver een grotere buffercapaciteit. Bovendien kon door het reinigen van de duikers (doorstromingsbuizen) het water ook beter afvloeien naar de Schelde. Hierdoor is een massa water uit de vijver en – gelet op de wet van de communicerende vaten – ook water uit de wijde omgeving, blijven afvloeien naar de Schelde toe. De waterspiegel is door de baggerwerken inderdaad een dertigtal centimeter gezakt, wat in feite veel is, gezien hierdoor de watertafel ondergronds in de zeer ruime omgeving lager komt te liggen. Maar zo keert men ook terug naar de originele fauna en flora zoals die bestonden ten tijde van de bouw van het kasteel in de achttiende eeuw.’
Wim Delvoye: ‘De broer en zus die hier nog woonden toen ik eigenaar werd, waren verpauperde adel. Hun enige bezit was het kasteel en het park, zij leefden armtierig en teruggetrokken. Er was ook meer dan dertig jaar niets gedaan aan de grachten of de gebouwen. Elke verbouwing of renovatie die ik hier uitvoer kost handenvol geld en wordt volledig door mezelf gefinancierd, ik vraag aan niemand subsidies. En ik ga echt niet onbezonnen tewerk.’
Professor Hendrickx: ‘Als kind woonde ik hier in de buurt en kwam ik veel spelen in het bos en rond het kasteel. Ik maakte het verval van het kasteel mee en vreesde dat dit mooie gebouw verder zou verkommeren en uiteindelijk verloren zou gaan door een gebrek aan onderhoud en bewoning. Ik was dan ook heel blij toen ik vernam dat Wim Delvoye de nieuwe eigenaar werd en toen ik zag dat hij het kasteel begon te renoveren met respect voor het oorspronkelijke concept. Groot was mijn verbazing toen hij bijvoorbeeld geen toelating kreeg om dubbel glas te plaatsen in de ramen, terwijl dit perfect mogelijk is zonder afbreuk te doen aan de authenticiteit van het gebouw.’
Diverse Vlaamse agentschappen, waaronder het Agentschap Natuur en Bos, Stedenbouw en Ruimtelijke ordening volgen elke beweging op en rond het kasteel met argusogen en zien blijkbaar elk herstel als een overtreding. Het kasteelpark is op het gewestplan ingekleurd als parkzone. Dat wil zeggen dat enkel park-gelinkte constructies en ditto gebruik toegelaten is: er wonen mag, een hotel uitbaten niet. Er mogen bijvoorbeeld wel banken en beelden worden geplaatst omdat die ook thuishoren in een park.
Geen bescherming
Wim Delvoye: ‘Mijn bedoeling is inderdaad alles, zowel het kasteel als het park, zo goed als mogelijk terug te brengen tot de oorspronkelijke staat. Ik beschik over originele plannen en archiefmateriaal die daarbij als referentie dienen.

Maar er zijn ook wetten en verboden die een rechtstreekse bedreiging uitmaken voor mijn eigen veiligheid. Zo mag ik bijvoorbeeld geen beveiliging rondom het kasteel plaatsen. Ik voel me niet veilig in het kasteel, net als de vorige bewoners die destijds zelfs gehomejacked werden. Ik voel me hier als een conciërge van een gemeentepark. Van op de buurtweg nét achter het kasteel heeft iedereen een rechtstreekse inkijk, of erger nog: rechtstreeks toegang tot de woning. ik voel me echt onveilig.

De helft van het park, aan de andere kant van de buurtweg (zo’n 9 ha) ben ik omzeggens kwijt aan het publiek. Bovendien laten sommige wandelaars zwerfvuil achter. Ook die vervuiling stemt me moedeloos.
Er is zogenaamd bescherming overdag – niet ’s nachts – maar ik mag niet op eigen initiatief voorzien in bescherming, zelfs niet ’s nachts. Ook mijn aanvraag tot het verplaatsen van de buurtweg naar de achterkant van het park (met eveneens toegang tot de beukendreef) werd afgewezen.
En de provincie wil bovendien dat ik belastingen betaal voor die buurtweg – ieder jaar opnieuw 30.000 euro. Het kan toch niet zijn dat ik zo gestraft wordt, iedere dag opnieuw, dat ze me afpersen en uitbuiten. Een kafkaiaanse vorm van regelneverij noem ik het.’
Respect voor de natuur
Delvoye betaalt zich blauw aan advocaten en procedures waarin hij is gedagvaard door milieuorganisaties.
Wim Delvoye: ‘Ik weet niet waarom iedereen denkt dat ik de natuur en het milieu niet zou respecteren – het tegendeel is waar. Onlangs nog heb ik kunnen verhinderen dat een naburige boer acht rode beukenbomen zou rooien, al heeft het me veel moeite en geld gekost.
Ieder jaar brengt de ‘Vleermuizenwerkgroep’ een bezoek aan de ijskelder voor de jaarlijkse wintertelling van vleermuizen. Sinds de aankoop van ‘de Bueren’ hebben wij veel maatregelen getroffen om de spreidingskansen van de vleermuis te bevorderen. Ik maakte daar een erezaak van.
Ieder jaar telt de werkgroep minder vleermuizen, en de uitzonderlijke soorten zijn er de laatste tijd niet meer bij. De boosdoeners zijn de windmolens: er sneuvelen heel veel vleermuizen omdat ze in de buurt van de wieken getroffen worden door onderdruk, met inwendige bloedingen tot gevolg. Vleermuizen ontwijken wel de wieken, maar niet de luchtstromen die door de wieken worden veroorzaakt. En dit leidt tot inwendige bloedingen. Eigenlijk mogen er geen windmolens komen in vleermuisgevoelige gebieden.
Het is dus niet enkel omwille van de visuele esthetiek dat ik iets heb tegen de drie windmolens die hier in Melle werden geplaatst. Zij brengen meer schade toe aan het milieu dan we vermoeden. En ik daarentegen mag nog geen betonnen sokkel plaatsen om te vermijden dat mijn beelden scheefzakken …
Nog een voorbeeld van twee maten en twee gewichten: op de velden rondom mijn park wordt met pesticiden gewerkt. Het gebruik van giftige stoffen trekt het grondwater naar beneden, zodat er het jaar daarop nog meer onkruid groeit tussen de maïs, en de boer het jaar daarop nog meer giftige stoffen moet gebruiken. Het is een vicieuze cirkel.
Maar ik mag nog geen grintweg opkuisen of er komt protest.’
Een oplossing in zicht
Stakingsbevelen, dwangbevelen, boetes, administratieve sancties, … Wim Delvoye kreeg en krijgt er nog bijna dagelijks mee te maken: ‘Ik ben nochtans echt geen milieudelinquent, maar ik voel me wel geviseerd. Ik heb echt het gevoel dat de wetgeving als pestinstrument tegen mij wordt gebruikt.’

Wim Delvoye, Dany Cottenie en professor Hendrickx
Dany Cottenie: ‘Minister Van Mechelen antwoordde ooit op een vraag van toenmalig
parlementslid Joke Schauwvlieghe, met betrekking tot kasteelparken, dat dergelijke zaken ad hoc dienen te worden behandeld. Er zijn buitensporig veel regels en wijzigingen in de stedenbouwwetgeving, regels die er gekomen zijn door gebrek aan burgerzin binnen een alsmaar slordiger en steeds meer respectloos wordende maatschappij.
Geen enkele wet is opgewassen tegen slechte wil. Het gezond verstand gebiedt de wetgeving te gebruiken waarvoor ze eigenlijk is gemaakt: het oplossen van
problemen. Kortom op een flexibele wijze deze wetten toepassen, met gevoel voor rede, rekening houdend met alle omstandigheden: plaats, tijd, tijdsgeest, goede wil van alle betrokkenen, omgevingsfactoren, het algemeen belang. Gezond verstand is hier primordiaal.’
Professor Hendrickx: ‘Ik ben er ook van overtuigd dat enkel met gezond verstand en geduld tot een oplossing kan worden gekomen. Daarom heb ik ook positief geadviseerd toen Wim me zei dat hij overweegt om een masterplan op te stellen.’
Dany Cottenie: ‘Als er een masterplan wordt opgesteld met duidelijke vermelding waar welke kunstwerken precies zullen worden opgesteld in het park, kan de Vlaamse Overheid een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opstarten.’
Wim Delvoye: ‘Ik geloof niet dat ik dat nog zal meemaken. Iedereen weet van mijn plannen en ik moet nog ruimte hebben voor improvisatie. Ik moet constant opboksen tegen regels en wetten waar niemand het nut van inziet. Deze administratieve mallemolen is de oorzaak van de verloedering van onze natuur en van ons erfgoed. De overheid maakt jacht op de mensen die zich verantwoordelijk opstellen. Het gebruik van een Engels woord moet de inefficiëntie van onze beleidsmakers verhullen. Klinkt allemaal zo professioneel ‘Masterplan’. De overheid moet nu eens stoppen met zinloos geweld te gebruiken tegen zijn eigen burgers.’
Dus je zal ‘de Bueren’ dan toch niet verkopen?
Delvoye: ‘Daarvoor heb ik er al te veel tijd, energie en geld in gestoken. Bovendien stel ik er mensen tewerk en wil ik ook die verantwoordelijkheid niet ontlopen. De vorige bewoners werden bang gemaakt, ze werden bedreigd en uitgescholden. Ik wil niet zoals die mensen worden. Ik wil niet angstig achter een gordijn staan gluren. Iedereen heeft toch het recht zich thuis veilig te voelen? En dat mis ik hier, ik heb ook te weinig vertrouwen in de omgeving om in kwaliteit te blijven investeren. Iedere keer als ik op het kasteel thuiskom, ga ik angstig kijken of al mijn bronzen er nog staan. Zo kan ik toch niet werken? Die situatie heeft een negatief effect op mijn creativiteit. We leven in een Marxistisch land.’
Zou het spreekwoord dan toch waar zijn: geen sant in eigen land … ?