Maandelijks archief: november 2013

Guy Timmerman zegt het met beelden

Guy Timmerman exposeert de komende weken in de tentoonstellingsruimte Transept (en in de tuin er rond) van PC Caritas. We gingen twee keer kijken: een keer overdag en een keer ’s avonds – want de beelden van Guy Timmerman leven mee met licht en duisternis. We hadden ook een gesprek met de kunstenaar. 

Armen omphoog 2

De mens

De sculpturen van Guy Timmerman stellen allemaal ‘de mens’ voor, in alle mogelijke houdingen en dimensies, groot of klein, met of zonder attributen. Meestal kloppen de proporties niet en toch zijn ze op de een of andere manier harmonisch. Wat opvalt: elk beeld ademt een unieke sfeer uit, drukt een emotie uit, en geen twee beelden zijn dezelfde.

peren

‘Het is logisch dat ik beelden maak van mensen, vanuit mijn mens-zijn’, zegt Guy, ‘ons lichaam is zó belangrijk. We willen graag geloven dat ons lichaam van ons is, wij dénken dat,  maar niets is minder waar … plots wordt ons lichaam ziek of begint het een kanker te ontwikkelen en wij hebben daar absoluut geen vat op.’

Guy Timmerman houdt een pleidooi voor de taal van het beeld, voor de zintuiglijke waarneming. ‘Ik hou van verrassingseffecten,’ zegt Guy, ‘ik zeg altijd aan mijn leerlingen dat ze naar hun creaties moeten kijken als stonden die op een rond punt: je mag nooit aan één kant alles prijsgeven, telkens je het van een andere invalshoek bekijkt, moet je iets nieuws kunnen (laten) zien.’

beeld3 beeld2beeld1

Het ontstaan van een beeld

‘Voor ik beelden maakte, heb ik tien jaar getekend, mijn tekeningen blijven het kloppend hart van mijn werk.’ Op deze schetsen kan je letterlijk zien hoe een werk tot stand komt, er worden als het ware verschillende houdingen uitgetest. De houding van het beeld is enorm belangrijk.

‘Ik zit soms lang te broeden op een creatie’, verduidelijkt Guy. ‘Er zit een wereld in mijn hoofd waar het lekker vertoeven is, die in veel verschilt van de wereld waarin wij leven. Maar mijn ontwerpen moeten wel kloppen met de wereld buiten mijn hoofd. Wat ik zie, bijvoorbeeld in het televisiejournaal, heeft soms een grote impact op mij, ik neem veel indrukken zwaar binnen.’

Verwoorden wij het juist dat Guy Timmerman de indrukken die hij binnenkrijgt van de wereld rond hem en de gevoelens die hij daarbij ervaart, tot uitdrukking probeert te brengen in zijn beeldhouwwerken?

Uitdaging

Waar Guy enorm van houdt, zijn fysieke uitdagingen: ‘Bepaalde beelden vragen gewoon om in groot formaat te worden uitgevoerd. Een beeld dat groter is dan de mens die het creëerde kan heel imposant zijn.’

de wolken doorprikkend de wolken doorprikkend3

‘Wat ook enorm boeiend is’, zegt Guy, ‘is dat bij grote kunstwerken vaak met heel veel factoren moet rekening gehouden worden: de stabiliteit van het beeld, de interactie met de omgeving waarin het zal geplaatst worden, de fysieke mogelijkheid om het uit te voeren tout court: soms moet ik raad vragen aan ingenieurs en komen er ingewikkelde berekeningen aan te pas, maar daar hou ik dus van.’

bellenblazerZo denkt Guy er bijvoorbeeld over na om een beeld te creëren van enkele meters hoog dat echt bellen blaast. Er bestaat al een machine die bellen blaast, maar die is te groot en te zwaar om in het hoofd van een beeld geplaatst te worden, bovendien moet het mogelijk zijn de bellenblazer regelmatig bij te vullen zonder telkens weer een hoge ladder te moeten opklimmen. Dit is een project waar grondig denkwerk en studies zullen aan voorafgaan vooraleer met de creatie ervan kan worden gestart.

Voorbeelden

Timmerman liet zich voor zijn tekeningen in het begin vooral inspireren door René Magritte (La Condition Humaine) en hij heeft veel bewondering voor het werk van Auguste Rodin.kijk omhoog blauw

Hij vertelt hoe Rodin ooit de opdracht kreeg een standbeeld te maken van Honoré de Balzac en daaraan begon door eerst onderzoek te doen en materiaal te verzamelen. Hij maakte talloze versies van het beeld, maar worstelde met de impasse een sierlijk beeld te maken van de kleine en corpulente Balzac. Tot hij op een avond bij kaarslicht zag hoe zijn kamerjas rond zijn eigen lichaam gedrapeerd was en hij zijn oplossing had gevonden.

Een heerlijk verhaal dat Guy met passie vertelt, al beweert hij zelf dat hij de taal van het woord niet zo goed beheerst als de taal van het beeld. De vraag is of dat ook nodig is, als je de kunst bezit om je gedachten en gevoelens op zo’n doorleefde manier in en door beelden tot uiting te brengen.

(Verder informatie vind je op de website van Guy Timmerman)

Zeven Dubbeltjes en een Trein – Fran Bambust

uitgeverij Clavis

uitgeverij Clavis

Zeven Dubbeltjes en een Trein leest als een droom. Je droomt soms over iets wat je bezig houdt, maar de situaties waarin je verzeild geraakt lijken onwezenlijk, je gaat met iemand op stap die plots iemand anders blijkt te zijn, je krijgt oplossingen aangereikt die je niet meteen begrijpt, je blijft je afvragen wat de onderliggende betekenis ervan kan zijn. Zo gaat het ook met dit boek, het blijft als een droom dagenlang in je hoofd en in je hart hangen, het laat je niet los.

Het voordeel van Zeven Dubbeltjes en een Trein is dat je het kan herlezen en herbeleven, wat bij een droom meestal niet mogelijk is.

Het leest ook als een trein, het is geschreven in beeldende, kleurrijke taal die bol staat van associaties, woordspelingen en grappige perspectieven. Zoals elk sprookje is het ook een thriller, waarbij aan het eind de rol van elk personage duidelijk wordt, elke verhaallijn in de juiste plooi valt en het slot alles (of toch heel veel) duidelijk maakt.

Zeven Dubbeltjes en een Trein staat gecatalogeerd als een jeugdboek, voor jongeren van 13 tot 15 jaar. Door veel mensen zal het boek ook als een leuk kinderboek worden gelezen – of voorgelezen. Maar wie Fran kent of wie het curriculum van haar (zeg maar stormachtige) vita gelezen heeft, krijgt met dit boek een inkijkje in de ziel van Fran. Het is autobiografisch in het kwadraat, een open boek in alle betekenissen van het woord.

Foto: Roos Groeneke - boekenbeurs 2013

Foto: Roos Groeneke – boekenbeurs 2013

Gelukkig heeft Fran haar ‘verhaal’ als een vertelsel, als een sprookje neergeschreven. Zo doet het minder pijn, zo lijkt het alsof het allemaal gefantaseerd werd, enkel een boze droom. Alleen … Fran heeft dit wel echt meegemaakt, zij wás een meisje in een jongenslichaam, zij kwam in angstwekkende dieptes terecht en zij was voortdurend op zoek naar wie zij werkelijk was. Gelukkig had zij een broer en ouders die haar mee hielpen zoeken als zij zichzelf weer eens kwijt raakte, gelukkig liet zij meestal ‘sporen’ achter als haar leven net als een trein ontspoorde, en … gelukkig liet zij zich vinden.

Zeven Dubbeltjes en een Trein is een boek dat je fantasie prikkelt, je stelt je alles in geuren en kleuren voor. Alles is bijna tastbaar beschreven, ook de gevoelens. Je voelt gewoon de ontreddering als de trein door de donkere, kille tunnel naar beneden dendert, de adrenaline stroomt door je lijf als Dries en Tess moeten vluchten voor de brekende spiegels, of als ze de kluizenquiz moeten spelen. Je houdt je hart vast als je plots beseft wie de Witte Prinses precies is.

Sprookjes zijn niet lief, ze zijn wreedaardig – de stiefmoeder van Sneeuwwitje wil haar laten doden, Hans en Grietje worden door hun ouders gedumpt in een bos, enz. – maar gelukkig hebben ze allemaal een happy end. Ook het ‘sprookje’ van Fran loopt goed af, ze voelt zich éindelijk goed in haar vel, ze straalt. Anders had ze dit verhaal, dat ze al jaren in haar hoofd had zitten, nooit kunnen neerschrijven. Fran Bambust stelt zich in dit boek heel kwetsbaar op, maar ze komt eruit als een ijzersterke dame.

Zeven Dubbeltjes en een Trein is dan ook een pareltje van woordkunst dat in veel dimensies kan worden gelezen.

*

Wie graag mijn interview met Fran Bambust leest naar aanleiding van het verschijnen van Zeven Dubbeltjes en een Trein kan dat via Het Nieuwsblad online – Melle