In Melle stond de 25ste Open Monumentendag in het teken van de boekvoorstelling ‘De Geschiedenis van de Bloemisterijen in Melle’ van Rolande Van Heden. Het boek werd officieel voorgesteld in de Roze Zaal van de Tuinbouwschool te Melle.
‘De Geschiedenis van de Bloemisterijen te Melle’ is een uitgave van de Heemkundige Vereniging De Gonde, met de steun van het Gemeentebestuur van Melle, de Erfgoedcel Viersprong – Land Van Rode, de Vlaamse Overheid en Cera.
Rolande Van Heden, bestuurslid van de Heemkundige Vereniging, publiceerde al diverse artikels in het tijdschrift ‘De Gonde’. Ze is bovendien ook auteur van de prestigieuze werken ‘Van Quaet-Attrecht tot Kwatrecht’ en ‘Massemen, van de Vurst tot de Kortenbos’.
Zoals de titel het al laat raden, beschrijft Rolande Van Heden in het boek dat zondag werd voorgesteld, de geschiedenis van de tientallen bloemistenfamilies die gedurende meer dan 150 jaar actief waren in Melle.
Boekvoorstelling – sprekers
Daniel Lemmens, voorzitter van Heemkundige Vereniging De Gonde, heette de talrijke aanwezigen welkom op de boekvoorstelling in de Roze Zaal van de Tuinbouwschool, een unieke locatie voor deze gelegenheid.
Schepen van Cultuur Frank De Vis beschreef in het kort waar het boek precies over gaat.
De talrijke bloemisterijen gaven aan Melle een internationale bekendheid en brachten welvaart en rijkdom in onze gemeente. De bloemensector leidde tot het ontstaan van vele nevenactiviteiten, denken we bijvoorbeeld maar aan pottenbakkerijen en transportbedrijven. In 1937 kwam ook de Tuinbouwschool uit Gent zich in Melle vestigen.
De boemisterijen zorgden hier voor de tewerkstelling van vele honderden werknemers.
Langsheen de Brusselsesteenweg staan nog tal van bloemistenvilla’s. Het gemeentebestuur schenkt aan de (negen) nog bestaande villa’s een infopaneel, dat in samenspraak met de eigenaars bij elke villa zal worden geplaatst.
Rik De Vis, hoofdpraktijklector Landschaps- en Tuinarchitectuur aan de School of Arts, schetste de geschiedenis van de bloemen- en plantenteelt in onze regio.
Reeds in de vfijtiende eeuw werden Vlaamse hoveniers naar de Koninklijke (moes)tuinen van omliggende landen gestuurd en werd Vlaanderen de moestuin van Europa genoemd.
In 1648 richtte Kanunnik Triest in Gent de allereerste tuinbouwvereniging op in het Gentse. In 1808 werd de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw- en Plantkunde (KMLP) opgericht te Gent en vanaf 1839 werden te Gent om de vijf jaar de Floraliën gehouden.
Rond 1900 was de bloementeelt in het Gentse in volle expansie, maar de twee wereldoorlogen hadden rampzalige gevolgen voor de sector. Tussen 1950 en 1974 kwam er weer een enorme groei, maar de oliecrisis in 1974 betekende de doodsteek voor vele familiale sierteeltbedrijven. Nieuwe spitstechnologieën deden hun intrede en de proefhoeves (ILVO) en Hogeschool Gent vestigden zich te Melle.
Rik De Vis besloot zijn speech met de bemerking dat hij in het boek van Rolande Van Heden de specifieke biotoop van de serres terugvindt: de warmte, de typische geur, de helderheid. ‘Met dit boek heeft Melle het groene erfgoed verzorgd en bewaard.’
Burgemeester Dirk De Maeseneer voegde hier nog aan toe: ‘Dit is een hoogdag voor Melle. Dit boek is de parel aan de kroon van de reeds vele publicaties van De Gonde.’
Praktisch
Het boek is vanaf nu te verkrijgen in de bibliotheek (Kruisstraat 2 A) en in het gemeentehuis (cultuurdienst, Gemeenteplein 1) te Melle en kost 25 euro.