Depressie, burnout, mentale kwetsbaarheid … Het is iets onbegrijpelijks als je het niet zelf of van dichtbij hebt meegemaakt. En mensen in die situatie botsen regelmatig, om niet te zeggen dagelijks, tegen een muur van onbegrip:
“Je ziet er toch goed uit. Het is toch al lang genezen nu? Is het herbegonnen? Hoe lang is dat nu al dat je thuis zit? Neem je wel de juiste medicatie? Je moet je er tegen verzetten! Kom eens meer buiten, ga eens wandelen. Wil je er met mij over praten? Dat zou je goed doen. Zou je niet dit of dat proberen? Ik ken iemand die … “ Allemaal heel goed bedoeld natuurlijk.
Maar mensen lief! Ik heb dit allemaal al geprobeerd, ik doe echt wel mijn best, maar af en toe lukt het niet, of toch: maar het gaat traag en stapje per stapje, met af en toe een terugval. Ik zou het ook liever anders zien, geloof me, ik doe dit niet met opzet.
Anderhalf jaar geleden ging bij mij het licht uit, van de ene dag op de andere. Eigenlijk ging het al een hele tijd niet goed, maar daar was altijd wel een grondige reden voor – vond ik. Ik hield me sterk en deed wat er van mij verwacht werd. Ik vond dat ik geen andere keuze had. Maar steeds vaker kon ik niet alles doen zoals (ik vond dat) het hoorde, was ik niet tevreden over mezelf, vond ik dat ik tekortschoot. Dan maar een tandje bijgestoken, het zou allemaal wel los lopen.
Maar dat deed het niet, wel integendeel: het liep vast tot het op die ene dag plots blokkeerde. “Het”: mijn lichaam blokkeerde, ik kon letterlijk geen stap meer verzetten, voelde me ziek en ellendig. Maar toch moest ik verder, want die dag werd Ronny ontslagen uit het ziekenhuis en ik moest hem ophalen. Ik herinner me hoe ik hem in de rolstoel van zijn kamer naar de parking duwde en dat die weg eindeloos lang leek, het zweet barstte me langs alle kanten uit en het leek of elke stap mijn laatste kon zijn. Ik herinner me verder niet veel meer van die dagen, wel dat alles me ongelooflijk veel moeite koste en dat ik wilde slapen, maar dat lukte enkel overdag. ‘s Nachts lag ik wakker en kwamen de tranen van onmacht.
Toen mijn griep (want dat dacht ik dat het was) na tien dagen nog niet genezen was, ging ik naar de huisdokter. Daar kreeg ik te horen dat ik geen griep had, maar een inzinking, of depressie, of burn-out … Iets dergelijks dus. Wat ik eerst niet kon en niet wou geloven.
Twintig maanden én een verhuis later … ben ik heel blij dat we uiteindelijk hier beland zijn. In ons nieuw huisje in een landelijke omgeving, met een klein tuintje vol bloemen en planten. Tijd om tot rust te komen, om te lezen en te schrijven, tijd om te wandelen en te fietsen, een project waar ik met veel plezier aan werk in het museum te Melle, veel leuke online contacten in het bestuur van enkele verenigingen, goede vrienden … Alles om gelukkig te zijn, want ook onze kinderen en kleinkinderen stellen het goed en dat is de allergrootste voorwaarde voor ons eigen geluk.
En toch, er is maar één vonkje, één woord of één kleine tegenslag nodig om me uit mijn lood te slaan. Dan wordt alles weer door een sombere bril bekeken en heb ik het gevoel dat ik taken krijg toebedeeld die ik niet aankan. Maar ik herken en erken die gevoelens nu vlugger en weet me er meestal tegen te wapenen. Al blijft de kwetsbaarheid wel altijd om het hoekje loeren.
Voilà, dit moest me even van het hart. Want ik moest weer eens iets vervelends loslaten.
En nu: weer verder stappen met een rugzakje dat iets minder zwaar weegt!