Er zijn zo van die dagen. Het ene droeve bericht na het andere. Bij het eerste slik je even en je moet alweer vooruit, de plicht roept – weet je wel! Maar na drie onheilstijdingen op één voormiddag hield ik het gisteren voor bekeken.
Heeft het met ouder worden te maken of is het een kwestie van pech, ik weet het niet. Maar er gaat geen dag meer voorbij zonder nieuws over ernstige ziektes en overlijdens in onze naaste omgeving. Tantes en nonkels, vrienden, buren, kennissen … En dan heb ik nog het geluk – ik durf het haast niet schrijven – dat mijn ouders nog in leven en in redelijk goede gezondheid zijn, dat mijn kinderen, kleinkinderen en mijn zus het goed stellen. Want o wee als hen iets raakt!
Tot nu toe was ik niet bang voor de dood. Wel voor de dood van andere mensen, maar niet voor mijn eigen dood. Ik kan me zelfs levendig voorstellen dat oude en zieke mensen naar de dood verlangen omdat die bevrijding brengt. Tot ik me gisterenavond realiseerde dat mijn overlijden anderen verdriet gaat doen. Maar dat is dan ook het enige wat mij aan de dood afschrikt.
Ziekte, daar ben ik bang voor. En dan bedoel ik een levensbedreigende of levensbeperkende ziekte, waardoor je afhankelijk wordt van anderen en niet meer voor jezelf kan zorgen, laat staan voor anderen.
Ik wil mijn vrijheid niet verliezen door een ziekte die mij treft, ik wil niemand tot last zijn. Vandaar wellicht de lichte paniek bij de ongemakken waar ik de laatste weken en maanden mee te maken krijg. Ongemakken die in het niets verdwijnen vergeleken bij de ziektes die anderen om me heen treffen. Maar die me toch wel ongerust maken, omdat ze ernstige gevolgen kunnen hebben als ik niet goed voor mezelf zou zorgen.
Zo maalt het in mijn hoofd tijdens slapeloze nachten. Nachten met wolkbreuken en onweersbuien. Nachten waarin ik me afvraag waar wij mensen mee bezig zijn? We rennen rond als kippen zonder kop, we vergeten te genieten of we hebben geen tijd om er voor elkaar te zijn. We leven in een trieste wereld.
61 jaar heb ik erover gedaan om me dit te realiseren: geluk vult meestal slechts één moment, verdriet het hele leven.