Naar aanleiding van haar 35-jarig jubileum creëerde Astrid Nijgh het miniconcert ‘Astrid Nijgh ten voeten uit’, waarbij ze enkel met gitaar voor een klein publiek optreedt. In februari 2011 bracht ze haar kleinkunstprogramma in de raadzaal van het gemeentehuis te Melle: intiem, ingetogen, uitbundig, maar vooral eerlijk en heerlijk zichzelf.
Het eerste lied dat Astrid brengt is ‘In het teken van de Ram’ Maar soms ben ik alleen, eenzaam met mezelf, onhandig met m’n kracht en bang voor m’n geluk. Grillig als een lam. Ik ben geboren in het teken van de Ram. De toon is gezet.
Astrid Nijgh heeft een prachtige diepe contra-alt stem, die het haar als kind en tiener niet makkelijk maakte, ze wist al vroeg dat zij zangeres zou worden en nam les bij de beroemde zangpedagoge Bep Ogterop. Ze ging gitaar spelen en schreef muziek bij de teksten van Lennaert Nijgh. Het echtpaar Nijgh schreef songs voor artiesten als Adèle Bloemendaal, Jenny Arean, Conny Vandenbos en Rob de Nijs. In 1973 scoorde Astrid haar eerste hit met ‘Ik doe wat ik doe’. Astrid Nijgh bleef naast het zingen altijd verder componeren en tekstschrijven, voor onder meer Fred Piek, André Hazes, Ria Valk en Saskia en Serge.
Tijdens het optreden neemt Astrid het publiek mee langs belangrijke momenten in haar leven en illustreert deze met liederen. Haar leven met Lennaert Nijgh, hoe zij na hun scheiding als schrijversduo bleven samenwerken, haar liefde voor vrouwen. De anekdotes zijn spontaan en eerlijk.
Na het optreden heeft Astrid Nijgh even tijd voor een babbel. ‘Heb ik de mannen in het publiek niet te hard aangepakt?’ lacht ze. (Kerels, da’s niks als rottigheid: zou ze dat echt menen?)
Astrid Nijgh houdt van Vlaanderen, ze heeft ook Vlaamse roots langs vaders zijde (haar naam is Astrid De Backer). ‘Ik sta met één been in Nederland en het andere in Vlaanderen’ zegt ze. ‘Ik treed hier ook vaak op met het Willy Claes Quartet. Ik hou van Vlaanderen, hier houden mensen nog van kleinkunst, veel meer dan in Nederland.’
Over het verschil tussen het schrijven en zingen van liederen: ‘Een schrijver wordt altijd vergeten.’ Inderdaad, mensen kennen meestal wel de zanger, de uitvoerder van het lied. Maar wie de muziek en tekst geschreven heeft: geen haan die ernaar kraait. Hebben mensen nog wel oor naar een tekst? ‘Jawel hoor’ volgens Astrid ‘dank zij de rappers luisteren mensen nu weer beter naar de teksten. Toen ik voor het eerst een rapper bezig hoorde, dacht ik meteen: wat is dit goed, nu gaan ze weer meer aandacht voor de teksten hebben!
Of ze vanavond nog naar Nederland terugrijdt? ‘Jawel, lekker alleen in de auto, even het optreden laten bezinken, met het radiootje aan, terug naar mijn vrouw.’
Na ons gesprek ging Astrid nog haar publiek begroeten, er waren fans gekomen uit Laarne, Oudenaarde, Lokeren en Ninove. We hadden een 70tal toeschouwers geteld, maar blijkbaar waren dit niet allemaal Mellenaars. De afwezigen hadden eens te meer ongelijk.